METEN MET TWEE MATEN
Over het metriek stelsel handelen:
1802 J.H. van Swinden, Verhandeling over volmaakte Maaten en Gewichten, Amsterdam.
1812 J.H. van Swinden, Vergelijkingstafels tusschen de Hollandsche lengtematen en den mètre,
Amsterdam.
1813 J. de Kanter Philz., Handboekje voor den ingezetenen der Provincie Zeeland, Middelburg,
herdr. 1829, 1839 en 1852.
1871 W.C.H. Staring, De binnen- en buitenlandsche Maten, Gewichten en Munten van vroeger en
tegenwoordig, Schoonhoven, herdr. 1871 1885 en 1902.
Oude maten blijven lang voortbestaan. Wij gebruiken al ruim anderhalve eeuw het metriek stelsel,
maar de timmerman werkt nog met duimen en de landbouwer met gemeten. De invoering van het
metriek stelsel duurde dan ook geruime tijd. Een belangrijk aandeel daarin had het rekenonderwijs
op de scholen.
Eversdycks Proportie van verscheyden Land-maten.
In 1649 verscheen bij Simon Clement te Middelburg een boek, getiteld: Pagttafelen, waer door alle
On-ervarene in de Rekenkonst seer veerdig en gereed, konnen calculeren de Pagt, Huere, Onkost en
Koop van Lande, ten advenante van alle voorgestelde Prijs, 't Gemet, de Morgen, of te Bunder.
Als men de oppervlakte van het land en de prijs per oppervlakte-eenheid kende, kon men de
verschuldigde pacht in een tabel aflezen, of door optelling bepalen.
Een nuttig boek, want in de 17e eeuw konden weinig gewone burgers goed rekenen. Dat liet men
over aan specialisten, de rekenmeesters.
De schrijver van het boek liet alleen zijn initialen afdrukken: C.F.E.
Dat was in die tijd niet uitzonderlijk. Men kon er kritiek door ontlopen, want de vakgenoten waren
niet mals in hun commentaar.
C.F.E. was Cornelis Franssen Eversdyck (4), een hooggeplaatst bestuurder van de stad Goes. Hij
was in die stad geboren in 1586. Hij leerde wiskunde in Middelburg bij de Vlaamse rekenmeester
Jean Coutereels.
Na verschillende posten in het bestuur van de stad Goes te hebben bekleed, werd hij in 1635
namens Goes afgevaardigd naar de Rekenkamer van Zeeland, waar hij tot zijn dood in 1666
werkzaam was.
Maten moeten zijn belangstelling hebben gehad. Hij was examinator bij de admissie-examens voor
landmeter in Zeeland. Wie als erkend landmeter bij de gewestelijke overheid wilde worden
geregistreerd, moest een examen afleggen, het admissie-examen.
Eversdycks verhandeling over lengte- en oppervlaktematen. die volgde op de pachttabellen in zijn
boek, werd sinds 1699 als aanhangsel opgenomen in een leerboek voor landmeters (5), het was dus
een belangrijk werkstuk.
De 12 pagina's tellende verhandeling bevat "eene Tafel van verscheyden Landroeden, daer inne de
proportien gesteld zijn, soo wel in de lengte als in superfitie of grootte".
De tabel is berekend op den wortel 100000, dat betekent, dat de verhoudingsgetallen uit hoogstens
zes cijfers bestaan. Decimale breuken waren in die tijd al bekend, maar de rekenmeester gebruikte
ze niet, hij werkte met gehele getallen.
55