DE DIKKE POFGANS TEGEN DE WITTE GANZEN ook, blijkt de briefschrijver zich aan de kant van Willem III te scharen. Volgens hem moet men meer respect opbrengen voor zijne majesteit. De brief is duidelijk geschreven door een aanhanger van de baljuw. Slot. De machtsstrijd, die in 1692 ontbrand, wordt in het voordeel van Willem III beslist. Dat blijkt ook uit de twee oogetuigenverslagen, die we behandeld hebben. Zodra Willem de machtsstrijd in zijn voordeel heeft beslist en genoegdoening krijgt, wordt hij milder. Het vonnis van Adolf Westerwijk bijvoorbeeld wordt omgezet van de doodstraf in levenslange verbanning. Dat levenslang is ook heel rekbaar, want na 10 jaar kan hij terugkeren in Goes. In 1702, na de dood van Willem III, komt hij zelfs weer op het kussen en weet weer een vooraanstaande machtspositie in de stad te krijgen. Het tweede stadhouderloze tijdperk zal daar niet vreemd aan zijn. De tegenstanders van Oranje konden toen de macht weer gaan uitoefenen. Noten: 1. Het dagboek bevindt zich in de collectie Lenshoek onder nr. 372. 2. Roorda, Partij en Factie, blz. 248. 3. De witte Ganzen is dan de partij van Adolf Westerwijk, die van de dikke Pofgans is de clan van de baljuw Cornelis Eversijk. Zie ook Ossewaarde, Tussen stad, staten en stadhouder, blz. 29. 4. Roorda, Partij en Factie, blz. 3 5. ASG, inv. nr. 736 6. Barth e.a.. Cursus hoofdlijnen van de geschiedenis van Goes, blz. 29 Ossewaarde, Tussen stad. staten en stadhouders, blz. 27 7. Archief Keetlaer, voorlopig inv. nr. 14: Borgerlijke onderichtinge aengaende de Sin en de Kracht van de priviligien der Stad Goes, rakende de de verkiesinge van de Stads rentmeesters. 8. Ossewaarde, Tussen stad, staten en stadhouder, blz. 27 9. Piccardt, Geschiedenis der Stad Goes, blz. 86 10. Dit is waarschijnlijk Willem Emmery de Perponcher Sedlnitsky1664-1713. Deze wordt later nog Gecommitterde in de Generaliteits-Rekenkamer. Telg uit het in Zeeland bekende geslacht van de Perponcher Sedlnitsky, dat in deze provincie veel bezittingen had. 11Driehonderd jaar later in 1992 doet zich weer een aardbeving voor. 12. De briefschrijver verwoordt het zo: "....door hoogstdezelfde zijne majesteit met geen ander inzicht als tot herstelling van de ruste der voorzeide stad". 13. "Welke door het lezen van voorzeide malieuze lebellen en verkeerde idelen van dit werk geregeldt nog geinformeerd hebben 14. Piccardt, geschiedenis der stad Goes, blz. 87 Literatuur en bronnen: Barth. A.J., Klerk, F.H. de, Cursus "Hoofdlijnen uit de geschiedenis van Goes", uitg. Goes, 1990. Bijl, Dr. M. van der, Idee en interest. Voorgeschiedenis, verloop en achtergronden van de politieke twisten in Zeeland en vooral in Middelburg tussen 1702 en 1715, uitg. Groningen, 1981. Lepoeter, G.J., De machtsgreep van een Goese baluw, blz. 5-27, in: HJZNB, nr. 11, uitg. Goes, 1985. Ossewaarde, F.J., Tussen stad, staten en stadhouders, blz. 5-41 in: HJZNB, nr. 15, uitg. Goes, 1989. Piccardt. R.A.S., Geschiedenis der stad Goes, uitg. Goes 1864. Roorda, Partij en Factie, uitg. Groningen, 1978. Archief Stad Goes, 1449-1851, inv. nrs. 19, 300, 736,737. Archief Adminitratiekantoor Lenshoek, inv. nr. 372 Archief Keetelaar, voorlopig inv. nrs. 5, 14. 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1993 | | pagina 79