A.J. BARTH EN L.J. MOERLAND schap ongetwijfeld werkloosheid, want welke administratie nam er nu een gewezen dief in dienst. Toch liet het plan hem niet los. Het armbestuur vertrouwde hem. Hij zou dus zonder meer wat geld uit de kas kunnen halen. Eenmaal per jaar controleerden de bestuursleden echter de boeken en dan zou de diefstal ongetwijfeld aan het licht komen. Wanneer hij nu eens 's nachts de kas zou leeghalen en zorgen, dat hij met de eerste trein verdwenen was naar Rotterdam om daar scheep te gaan naar het Beloofde Land? Dat zou kunnen. Het moest een maanloze nacht zijn. Dan was het lekker donker. En zo gebeurde het ook. De Snoo haalde de kas leeg. trok zijn zondagse kleren aan en verliet stilletjes, maar met kloppend hart zijn huis. Langs de Kloetingseweg liep hij naar het station in Goes. Hij kende de weg goed. De donkerte hinderde hem niet. Ah, daar was de Karnemelkse Put al. Dan was hij in de buurt. Maar wacht, als hij nu eens zijn pet in het water gooide, dan zou het net zijn alsof hij door zelfdoding om het leven was gekomen. Hij keek even om zich heen. Vanzelfsprekend was er niemand te zien. Voorzichtig wierp hij zijn pet in het water. Met een nauwelijks te horen geluid kwam het hoofddeksel in het water terecht en bleef daar drijven. Ongehinderd bereikte onze secretaris het station en vertrok met de eerste trein. In het duistere Kloetinge lag iedereen nog vredig te slapen. Toen het licht geworden was, kwam het alledaagse leven in Klusdurp weer op gang. De secretarie deur bleef echter dicht. Op zeker moment stonden er enkele inwoners te wachten die voor zaken op het gemeentehuis moesten zijn. De deur was op slot. Dat was raar. De Snoo stond bekend als een punctuele man. De veldwachter zag de samenscholing voor het gemeentehuis, kwam aanlopen en vroeg op barse toon wat er aan de hand was. "t secretarie is nog gesloten", antwoordden de omstanders. De veldwachter voelde ook eens aan de klink van de deur en inderdaad, die was op slot. Hij liep naar de woning van de gemeentesecretaris. Daar trof hij niemand thuis. De burgemeester werd gewaarschuwd en toen raakte het dorp zoetjesaan in staat van opwinding. Want hier klopte iets niet. Waar was de secretaris? Al snel kwam men er achter dat de kas van het armbestuur geplunderd was. Burgemeester, wethouders en veldwachter trokken de conclusie, dat de De pastorie en het gemeentehuis te Kloetinge aan het Geeriesplein, ca. 1930 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 106