J. BOOGAARD ïr-C'-t r ^//'-ter/ff "O g<rs. Schetsontwerp van een zwembad door D. de Koning. (GA-Goes: Archief Nut, inv.nr. 23) Koning, die de plannen zullen uitwerken. Commissielid De Koning, de stadsarchitect, zal het ontwerp maken. In februari 1869 ligt het ontwerp ter visie, wordt het besproken en goedgekeurd. Met een verzoek om subsidie wordt het naar het hoofdbestuur gezonden, met weinig resultaat overigens. In 1870 blijkt dat de gemeentelijke overheid niet erg bereid is om de voortvarende plannen te steunen. Van gemeentewege is er bezwaar tegen een zwemplaats aan de westzijde van het kanaal in verband met de scheepvaart. Wethouder J.A.A. Fransen van de Putte wil nader overleg. De bezwaren van de kant van de schipperij blijken mee te vallen, maar uit de raadsnotulen van 20 april 1871 blijkt dat de raad het verzoek om een zwemschool te vestigen afwijst in verband met hinder voor de scheepvaart (12). Het Nutsbestuur laat zich echter niet zomaar afschepen. Weldra zijn er twee alternatieven. Commissielid en stadsbouwmeester De Koning zal een gewijzigd plan maken, maar nu aan de oostzijde van het kanaal, nabij het Roosjeshof (ter hoogte van de huidige zwaaikom). Bovendien onderzoekt men de mogelijkheid of het water bij het station geschikt is als zwemplaats (waar nu de Lijnbaan ligt). Het eerste alternatief haalt het tenslotte binnen de commissie. Over een nieuw ontwerp voor een zwemschool aan de oostzijde van de haven van de hand van de stadsbouwmeester wordt door B en W "goedgunstig beschikt". De kosten zijn begroot op 2370.- Er schuilt echter toch een addertje onder het gras. Burgemeester en wethouders zijn bereid de grond om niet beschikbaar te stellen, onder voorwaarde, dat de 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 24