De doelstelling en werkwijze van "Eigen Hulp" G. VAN DER WAL - M. PETIT De achterban, (foto: GA-Goes) Op de voorpagina van de Goesche Courant van negen en twintig november 1880 staat dan het volgende artikeltje: "Dinsdagavond te acht uren zal er in het koffiehuis "de Prins van Oranje" eene bijeenkomst worden gehouden, waarop wij de aandacht vestigen van alle handswerklieden en belangstellenden in den handwerkstand. Deze vergadering is uitgeschreven door de alhier bestaande werklieden-vereeniging >Eigen Hulp< die zich tot doel stelt den leden in geval van ziekte ondersteuning te verlenen. De vereeniging, sedert Augustus opgericht verdient meer algemeen bekend en gesteund te worden door hen, in wier belang zij werken wil. Wie weet niet bij ervaring, hoe in zieke dagen alles wordt verteerd en een beroep gedaan moet worden op anderer hulp? De vereeniging nu wil den werklieden het middel aan de hand doen om zich zeiven te helpen. Waar zij met haar goed doel nog te weinig bekend is, hopen wij dat morgenavond velen zullen aanwezig zijn, om zich op de hoogte te stellen van haar nuttigen werkkring." De opzet van de vereniging "nieuwe stijl" werd in deze vergadering van dertig november aan de aanwezigen uit de doeken gedaan. Deelnemers aan deze vereniging moesten een dubbeltje per week aan contributie betalen om bij ziekte het voor die tijd hoge bedrag van fl 6,per week uitgekeerd te krijgen. Dat deze uitkering niet zonder meer verstrekt zou worden blijkt uit het reglement waarin staat dat men eerst twaalf weken lid van de vereniging moet zijn alvorens voor een uitkering in aanmerking te komen, die maximaal twaalf weken kan duren. Verder kan de uitkering enkel op bewijs van ziekte, door een geneesheer afgegeven, verstrekt worden. Daarnaast kende de vereniging ook nog controleurs (commissarissen genoemd) die op ziekte controleerden en rapporteerden aan de vereniging. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 70