De houding van de werkgevers t.o.v. "Eigen Hulp". DE WERKLIEDENVERENIGING "EIGEN HULP" Hier een uitstapje naar april 1886. Een van de leden van de vereniging die toen ziek was, kreeg bezoek van een commissaris en het bleek dat hij aan het beunen was. Toen dit aan de ledenvergadering gerapporteerd werd, was de reactie uit de zaal: Uitkeringen verlagen! Na het nodige geharrewar kreeg de betrokkene een boete en bleef het uitkeringssysteem onveranderd. Tijdens deze "tweede" oprichtingsvergadering werden er twintig nieuwe leden officieel ingeschreven en daarmee komt het totaal aantal leden op een en dertig. Het is ook tijdens deze vergadering dat de vereniging haar eerste buitengewoon lid inschrijft. Een buitengewoon lid is, zo stellen de statuten, iemand die niet tot de arbeidersstand behoort, maar de vereniging wel een warm hart toedraagt. Een dergelijk lid kan geen gebruik maken van de diensten ziekenkas) die de vereniging aan haar leden biedt en heeft geen stemrecht in de vergadering. Dhr. A.W. van Campen0 gaf zich tijdens deze vergadering op als buitengewoon lid. In zijn dagelijks leven was Van Campen" directeur en leraar aan de HBS te Goes. Deze ex-predikant was tevens voorzitter van de Goese afdeling van "de Maatschappij tot Nut van het Algemeen" (een liberale vereniging). Hij had zich vanaf het begin bezig gehouden met de oprichting van "Eigen Hulp" o.a. met het verlenen van hand- en spandiensten bij het opstellen van het verenigingsreglement en de statuten voor de "ziekenkas". De Goesche Courant van twaalf en dertien december 1880 geeft ieder met een drie kolommen groot artikel op de voorpagina een verslag van deze vergadering. Tevens wordt in deze artikelen de achtergrond van "Eigen Hulp" geschetst. Het artikel van dertien december sluit als volgt: "En hiermee bevelen wij deze goede zaak verder aan in de overweging en der steun in de eerste plaats der werklieden zeiven, in de tweede plaats van de werkgevers, en ten slotte van alle belangstellenden in den handwerkstand. Het is in aller belang. De werklieden helpen, door lid te worden, elkander en zichzelven. Zoo menig baas moet in dagen van ziekten zijn knecht toch zijn loon geven, hetzij geheel of gedeeltelijk. Welnu thans kan hij door een bijdrage - naar onze mening op een minimum van fl 2,50 te bepalen - bij den knecht den lust tot eigen hulp aanwakkeren en steunen, en zichzelven voordeel verschaffen. En wij allen, die tot die beiden categorieën van personen niet behoren, wij weten genoeg hoe vaak aan onze deur wordt geklopt door leden van een eerlijk maar arm gezin, dat door ziekte achteruitgaat of is gegaan. Nemen wij daarvoor ook preventieve maatregelen door een vereniging te steunen, die eigen kracht leert kennen en waarderen. Wij doen een goed werk en hebben dan het recht de vragers te verwijzen naar zulk een vereeniging, zo zij daaraan geen deelnamen. Zoo helpen wij ook dan ons zeiven af van lastige vragers, die wij dikwijls zoo ongaarne weigeren, omdat wij geen anderen weg voor hen weten." De Goesche Courant ondersteunde in de persoon van de toenmalige hoofdredacteur en liberaal dhr. J.C. v.d. Pauwert de oprichting en verdere groei van "Eigen Hulp" met tal van positieve artikelen. Vooralsnog had hij de steun van de werkgevers bij deze opstelling, omdat ook zij enig voordeel bij deze vereniging konden verwachten. Ook zagen zij wel in dat een, voor die tijd goede, regeling 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 71