DE WERKLIEDENVERENIGING "EIGEN HULP" De discussie die het verslag weergeeft gaat tussen de drie personen, die hierboven al genoemd zijn, die allen tot de categorie "buitengewone leden" behoorden, zonder dat daarbij de gewraakte passages uit de circulaire genoemd worden. Hier speelt zich dus een van de eerste aanvaringen af tussen de buitengewone leden in de vereniging. Uit dit verslag van zestien december 1880 maar ook uit overige verslagen blijkt steeds weer dat de koers van de vereniging "Eigen Hulp" uitgezet wordt door de buitengewone leden. In de begintijd zijn het vooral de hierboven al genoemde heren die beeldbepalend naar voren treden. Aardig detail van deze vergadering is dat Frowein0, die tijdens deze vergadering te kennen had gegeven buitengewoon lid van de vergadering te willen worden, als genodige aanwezig was terwijl van Campen0 al buitengewoon lid was. Van Campen stelt in deze vergadering voor om de buitengewone leden met een 2/3 meerderheid te accepteren. Frowein0, op dat moment nog helemaal geen lid, adviseert een normale meerderheid en ziet zijn voorstel door de vergadering aangenomen. Frowein0 wordt geaccepteerd als buitengewoon lid om als eerste daad, samen met De Marees van Swinderen0 die tegelijkertijd als buitengewoon lid toegetreden was, het pamflet van Van Campen onder handen te nemen.... Het bestuur van "Eigen Hulp" onderging weer enige veranderingen en bestond, volgens het verslag van twee en twintig december 1880, uit de volgende mensen: - dhr. Stortenbeker0 werd voorzitter met dhr. J. van Houten als plaatsvervanger - dhr. L. Sampon0 werd secretaris met dhr. T. Frenks als plaatsvervanger - dhr. B.L. Gus vond zijn plaats als penningmeester - dhr. G. Rijn was evenals dhr. W. Keyzer lid De belangrijkste buitengewone leden en hun doelstelling. Dhr. F.C.P. Frowein0 was leraar aan de HBS te Goes en lid van het hoofdbestuur van de vrijdenkersvereniging "De Dageraad". Ook was hij lid van het bestuur van de "Internationale Vrijdenkers". In deze hoedanigheid was hij landelijk actief en hield voor diverse groepen spreekbeurten. Zo had hij op vijf en twintig december een spreekbeurt voor de Amsterdamse werkmansbond, waarin hij o.a. de noodzaak voor werklieden om zich in een grote bond te verenigen verwoordde. Een onderwerp dat hem na aan het hart lag. De Goesche Courant van vier januari 1881 geeft een summier verslag van deze lezing. Het zal geen verbazing wekken, dat Frowein0 gezien de ontwikkelingen in Goes met de oprichting van de werkliedenvereniging "Eigen Hulp" een poging doet om deze vereniging te doen opgaan in de landelijk opererende ANWV (het "Algemene Nederlandse Werkliedenverbond. De ANWV is in 1871 opgericht als een algemene vereniging voor werklieden. Het betrof hier een op liberale leest geschoeide arbeidersbeweging waarvan in de eerste fase ook socialisten deel uit maakten. De rol van de ANWV is met de opkomst van de christelijke en socialistische arbeidersbeweging vervaagd.) De belangen van de werkman kunnen naar zijn mening dan beter behartigd worden. Een idee dat bredere leefde in bepaalde liberale kringen in die tijd. Als belangrijke medestanders in dit idee kon hij in ieder geval rekenen op de al eerder genoemde Van Campen0, maar zeker ook op dhr. M.J. de Marees van Swinderen0, die wethouder van Goes en burgemeester van Nisse, Ovezande en Driewegen was. De Marees van Swinderen0 was een links-liberaal en was als zwager van mr. M.J. de Witt Hamer0 (grondlegger van de coöperatieve vereniging in Nederland) aardig op de hoogte van de ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen in Nederland. Hoewel deze drie heren het zeker niet altijd met elkaar eens geweest zullen zijn, en een twist over de inhoud van het pamflet dan ook niet uit de weg gingen, waren zij het over een ding wel eens. De noodzaak voor werklieden om zich in een landelijke 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 73