DE FABRIEK VAN DOKTER VAN RENTERGHEM, EEN ARTS DIE FABRIKANT WERD werden de gedroogde wortels in een centrifuge van aanhangende aarde ontdaan en gebroken. De gezuiverde worteldelen werden onder verticaal staande molenstenen, die rond draaiden over een horizontale steen, tot poeder gemalen. Vervolgens werd dit poeder gebuild. Het werd tenslotte in vaten van 100 kg. verkocht en in de handel gebracht. Van Renterghem kreeg al spoedig een concurrent. Zijn fabriek stond aan de Westhavendijk juist buiten de Havenpoort. Aan de Oosthavendijk buiten de Bleekveldse Poort verrees een soortgelijke fabriek, genaamd "Zuid-Beveland" onder de firmanaam N.V. Maatschappij van verbeterde meekrapbereiding in Zeeland. Directeur was Otto Verhagen, fabrikant van Goes, lid van de Provinciale Staten van Zeeland. Hij associeerde zich met Doctor Salomon Bleekrode, hoogleraar in de wis- en natuurkundige wetenschappen aan de Koninklijke Akademie te Delft, waar hij nu woonde. Hij had als speciale taak het geven van adviezen op werktuig- en scheikundig gebied. Men sprak dan ook wel van de firma Verhagen en Bleekrode. In 1853 begon deze fabriek haar werk. "Zuid-Beveland" was groter dan "Stad Goes", in eerst genoemd bedrijf werkten acht vaste werklieden en vijf tot tien tijdelijke krachten; hun weeklonen bedroegen 5 tot 8 gulden. Voor beide meestoven dreigden zware tijden aan te breken. Om aan de concurrentie het hoofd te kunnen bieden, gingen zij moderniseren. De stookinrichtingen werden verbeterd en er werd zelfs een stoomwerktuig aangeschaft. Uit de jaarverslagen zouden we het reilen en zeilen van de meekrap-nijverheid moeten kunnen vernemen. Dit lukt maar ten dele. Van de twee nieuwe fabrieken vinden we alleen de produktie-opgaven van het eerste jaar, van de volgende jaren werd ter gemeente-secretarie geen opgave ontvangen. De stoven verstrekten trouw elk jaar een overzicht. Stad Goes produceerde het eerste jaar 221000 nd. pond (=kg.) krap, Zuid-Beveland 240000 nd. pond. De produktie van elke stoof bedroeg ongeveer het derde deel daarvan. 7. Uitbreiding van "Stad Goes". Van Renterghems fabriek was een succesvolle onderneming. De eerder vermelde ondernemings geest van de dokter bracht hem er toe een uitbreiding voor garancine-bereiding te overwegen. Het behoeft geen betoog, dat zijn artsenpraktijk weer terugliep, op den duur gaf hij alleen adviezen aan vrienden. De dokter was zakenman geworden. Hij bezocht in Avignon de fabriek van de firma Roux et Méra. Na terugkeer uit Frankrijk begon hij scheikundige proeven te nemen. Onder zijn leiding experimenteerden twee jonge apothekers, Van der Straat en Lecointre, in de bijkeuken van het huis in de Voorstad. Zij kookten meekrappoeder in verdund zwavelzuur, wasten het bezinksel en droogden het. Zo verkregen zij garancine. De kleurstof hechtte niet zonder meer aan de textielvezel. Deze moest eerst met een bijtmiddel (mordant) worden bewerkt. Verschillende mordants leverden ook verschillende kleuren op. Zo gaf aluinbeitsing een bruinrode kleur en tinchloride maakte het weefsel na verving fel rood. De compagnons van Van Renterghem bekeken de proefnemingen met wantrouwen. Zij voelden niets voor uitbreiding met een chemische afdeling. De dokter, die na het overlijden van zijn schoonmoeder weer over kapitaal beschikte, kocht zijn compagnons uit en ging alleen verder met zijn fabriek. In gezelschap van zijn vrouw bezocht hij nogmaals de fabriek van Roux et Méra in Avignon. Daarna nam hij definitief het besluit tot uitbreiding van "Stad Goes" met een afdeling voor de bereiding van garancine, een chemische afdeling dus. 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 91