VAGEBONDEN VAN DE ZELFKANT zodat ze niet zwanger kon zijn. Dokter Thielens verklaarde, dat Paulus nooit bij hem met het water van Willemina was geweest, om te laten onderzoeken of ze zwanger was. Paulus verklaarde verder, dat hij op 3 september 1751 op zaterdagavond, de laatste kermisavond, met Willemina tussen de lakens was geschoten. Dit was helemaal niet waar. aangezien Cornelia van der Hoeven en Neeltje van Loo verklaarden, dat Willemina vanaf zondagmorgen drie tot zondagavond niet naar bed was geweest en steeds in hun gezelschap was. Willem Cornelisse Hoogesteger verklaarde, dat hij Willemina om half vier zondagochtend was tegengekomen in de Klokstraat. Zo stapelden de beschuldigingen zich tegen Paulus op, die volgens Willemina ook nog gezworen had overal te vertellen dat Willemina een hoer was en dat hij haar vrucht had afgedreven. De eiser en de verdediger maakten er nog een heleboel woorden aan vuil, totdat burgemeesters en schepenen besloten Paulus te veroordelen tot verbanning voor 25 jaar en betaling van de proceskosten. (Bron: RAZE. 1575, folio 54) Overspelige David. David Tonisse Stoel uit Burgh op Schouwen stond op 5 maart 1753 voor de rechter op beschuldi ging van bigamie. Hij bekende, dat hij zijn vrouw na drie maanden huwelijk in de steek had gelaten en naar Flakkee was gegaan. Tot maart 1572 had hij daar gewoond en was dan naar Goes gekomen. Zijn vrouw, Pietemella Pieterse Braber, die in de tussentijd een kind gekregen had, woonde nog steeds in Burgh. In Goes ontmoette hij al gauw een nieuwe dame, namelijk Janna Willemse Booms. Met deze dame ging hij in concubinaat leven. Hij verwekte een kind bij haar en liet dat kind in de stad dopen als zijnde van hem. De werkelijke moeder verzweeg hij. Maar blijkbaar kreeg hij gewetenswroeging, want een tijdje later vertelde hij dat Janna de moeder was. De kerkeraad kreeg ook te horen, dat Janna zijn wettige vrouw was. Daarmee werd de kerkeraad misleid, want onze David had ook nog een vrouw in Burgh. Als verdediging voerde hij aan, dat hij Pietemella nooit enige trouwbelofte had gedaan. De moeder van Pietemella had haar dochter geprest in tegenwoordigheid van de predikant en de secretaris van Burgh te vertellen, dat zij zwanger was van David. De druk, die toen op David werd uitgeoefend was zo groot, dat hij maar toegegeven had. Om de zaak nog wat aantrekkelijker te maken, werd hem een boerderij in het vooruitzicht gesteld. Na het huwelijk kwam hij erachter, dat hij belazerd was. dat het hele verhaal van de boerderij verzonnen was om hem te strikken. Van alle beloften kwam niets terecht en in arren moede ging hij er vandoor. De verdediging vroeg dan ook om uiterste clementie, omdat de arme David zo beduveld was. Hoe de uitspraak luidde, weten we niet, want die komt in de bronnen niet voor. (Bron: RAZE. 1575, folio 101). Een gevangene ontsnapt. In 1767 zat Levi Salomons in gijzeling in herberg "De Gouden Leeuw." Dag en nacht werd hij bewaakt door Maarten van Ottegem en Huibregt Schuite. Hij mocht onder geen beding ontsnappen. Daarvoor hadden de twee dienders bij hun aanstelling allebei een eed afgelegd. Maar Maarten van Ottegem trok zich van deze eed niets aan en was bereid voor een uurwerk van honderdzestig gulden Levi aan een mogelijkheid tot ontsnappen te helpen. Ze ontwierpen het volgende plan. Hij vertelde Levi hoe de voordeur op slot ging. De vlucht zou plaats vinden tijdens de wacht van Hubregt Schuite om geen verdenking op Maarten te laden. Deze poging mislukte. Men ging over op het volgende ontsnappingsplan. Op zaterdag wanneer Huibregt weer de wacht had, moest Levi zien te 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1994 | | pagina 99