J. KOK De roldeuren werden vervaardigd in de werkplaatsen van de firma Van Egmond Co. in Zoeterwoude. Omdat een complete deur vandaar niet over water kon worden vervoerd, werden de onderdelen afzonderlijk naar Schiedam vervoerd en daar op een terrein aan de Nieuwe Maas gemonteerd. De gevaarten werden door een grote drijvende kraan van de N.V. Scheepssloperij "Holland" in Hendrik Ido Ambacht te water gelaten. Twee sleepboten hebben de gevaarten naar Wemeldinge gesleept; een reis die drie dagen heft geduurd. Na het schutten in Wemeldinge duurde het nog 8 uur eer in Hansweert kon worden afgemeerd. De deuren moesten voor een halfjaar in het deurendok worden opgeborgen. De schipdeur van het deurendok werd ook in Schiedam in elkaar gezet en werd op een motorschip naar Hansweert gebracht. Overzicht van de bijna voltooide sluis op 13 oktober 1915. Kort nadat werd besloten in Hansweert een derde sluis te bouwen, had men al besloten de haven van elektrische verlichting te voorzien, waardoor de klaringstijden van het douanepersoneel konden worden verlengd. Daardoor werd de capaciteit van het kanaal groter en de nachtvaart was beter uitvoerbaar. Aanvankelijk werden spirituslampen gebruikt, die later werden vervangen door petroleumgloeilampen. Deze waren duur in exploitatie. Electrificatie moest dus de uitkomst bieden. De Directeur van het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf in Delft. ir. F.Ph.G. van Loenen Martinet, die daarvoor als rijkswaterstaat-ingenieur in Terneuzen werkzaam was, kreeg opdracht een ontwerp te maken voor de elektrische verlichting van het sluis-, haven en kanaalterrein. Zijn rapport werd op 23 december 1910 uitgebracht. Daaruit bleek dat het toepassen van elektriciteit de voorkeur genoot en voorgesteld werd drie fasen wisselstroom te verkiezen als stroomsoort. Daartoe was een elektrische centrale nodig in Hansweert als drukste punt van het hele kanaal. De aanlegkosten werden geraamd op 600.000.— en de exploitatie zou jaarlijks 13.000.— kosten. Dit waren toch wel forse bedragen en de heer Van Loenen Martinet ontving het verzoek na te gaan of hydraulische bediening van de nieuwe schutsluis niet voordeliger was. De Utrechtse machinefabriek A.F. Smulders maakte een ontwerp, maar dit bleek toch niet voordeliger uit te vallen. Vervolgens kwam ir. M.C.E. Bongaarts, arrondissements-ingenieur in Goes, met voorstellen de energie te halen uit de eb- en vloedstromen. Zo'n voorbeeld van een getijdencentrale had hij 106

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 108