J. KOK Dit gedeelte van Hansweert-Oost werd begin jaren tachtig gesloopt om de bouw van een nieuw sluizencomplex en havenmond mogelijk te maken. Op de foto de sluisknecht- en kommiezen- woningen. de grond ingeslagen. Vooraf werden ze nog twee maal geteerd met zuurvrije koolteer. Tenslotte werd ook nog een aantal gietijzeren palen gebruikt. Vanwege de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog ontstonden er vanaf 1915 problemen met de aanvoer van materialen uit het buitenland. Het tempo van de bouwwerkzaamheden nam voortdurend af. Ook de granietblokken uit Noorwegen kwamen op den duur niet meer in Hansweert aan. Tenslotte lag het gehele werk stil, terwijl de bouw voor 75 was voltooid. De sluis werd op den duur vol water gezet en daarin werden de Belgische schepen opgeborgen die gevlucht waren met veelal de gezinnen aan boord. In het buitensluishoofd werd een hardsteen gemetseld met het jaartal "1915" daarop vermeld. Dat jaar zou de sluis worden geopend, maar door verschillende omstandigheden werd de geplande opleveringsdatum niet gehaald. Pas op 10 augustus 1916 heeft HM Koningin Wilhelmina de officiële openingshandeling verricht. In het bedieningshuis drukte zij enkele knoppen in, waarna de nieuwe oostsluis in werking werd gesteld. De schutcapaciteit van het sluizencomplex in Hansweert werd met 45% vergroot. Eén van de modernste sluizen van Nederland werd in gebruik genomen. Het Kanaal door Zuid-Beveland was toen bijna een halve eeuw in gebruik. Een vrijwel gelijke sluis werd in 1928 in wemeldinge in gebruik genomen. Met recht kan de naam van ir. J.A. Ringers hier worden vermeld. Hij werd in 1885 geboren en kwam op 1 november 1906 als jong ingenieur in dienst bij Rijkswaterstaat. Vanaf 1 november 1908 werd hij toegevoegd ingenieur bij de sluiswerken in Hansweert. In 1912 werd hij met de uitvoering belast als arrondissements-ingenieur tot 21 januari 1916. Dr. ir. J.A. Ringers is in 1965 overleden. De roldeuren van de nieuwe sluis moesten in 1935 grondig worden hersteld. Het werk werd aangenomen door de N.V. Nederlandsche Aanneming Maatschappij v/h firma H.F. Boersma uit 's- Gravenhage en voor rond 39.000.—. Gedurende deze reparatie bleef de sluis zo veel als mogelijk in gebruik. Er waren 571 duikeruren nodig voor het omvangrijke onderwater werk. De capaciteit van het kanaal werd vóór de Tweede Wereldoorlog vergroot. De vaarweg werd toen 38 meter breed. Dit was hoog nodig, want intussen passeerden gemiddeld zo'n 228 vaartuigen per 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 110