L J. MOERLAND - W.R DEN TOOM bezems en een tonnetje zeep gestolen. Samen met haar heeft hij de gestolen goederen naar hun huis gebracht. Ook van de inbraken bij vrouw Angenis heeft ze afgeweten. Voor de rechtbank heeft haar man haar ook niet echt geholpen om haar onschuld te bewijzen. Hij heeft tijdens zijn zaak te kennen gegeven alles met haar te bespreken. Ze heeft hem bezworen er voor te zorgen om uit handen van de justitie te blijven. Na de inbraak bij vrouw Angenis heeft ze gevraagd of er geen linnengoed bij was, want dat had ze nodig. Zij heeft hem toen alsnog zover gekregen dat hij linnengoed heeft gehaald. Zij heeft er de merken vanaf gehaald. Ook heeft ze geholpen bij het begraven van de gestolen spullen. Ze heeft ook de maskerade van haar man gemaakt om hem onherkenbaar te maken. Om alles nog bezwarender te maken, is hij samen met haar in de nacht van 21 op 22 juli uitgebroken. Hij heeft haar dus zeker niet uit haatgevoelens bij zijn zaken betrokken. De baljuw eist voor al deze vergrijpen geseling, brandmerken, verbanning en het betalen van de kosten van het proces. Burgemeesters en schepenen veroordelen haar tot geseling, verbanning voor altijd en het betalen van de proceskosten. (Raze, 1575 fol. 67r/v en fol. 71r/v) 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 14