A.J. BARTH - L.J. MOERLAND staande tuin op landmijnen en andere ongerechtigheden. Hij ontdekte dat er in één van de gazons gerommeld was. Bliek dacht meteen aan een landmijn en waarschuwde zijn patroon Lenshoek. Vervolgens zette hij een paar stokken rond de verdachte plaats en zorgde zo voor een goede markering. Aangezien er op dat moment overal oorlogstuig moest worden opgeruimd, kwamen er voorlopig geen deskundigen. De tuinman raakte nieuwsgierig en wilde weten of zijn conclusie wel juist was. Hij ging zelf op onderzoek uit. Eerst begon hij van een afstand stenen op plaats van de mijn te gooien. Er gebeurde echter niets en hij kreeg wat meer lef. Hij pakte een lange stok en begon ermee op de grond te slaan. Er gebeurde weer niets. Toen stapte hij naar Lenshoek en vertelde vol trots: "Meneer, in het gazon liggen volgens mij geen landmijnen. De deskundigen hoeven niet meer te komen. Ik heb van alles geprobeerd en nu ben ik er op gaan dansen en u ziet er is niets gebeurd. Ik sta nog steeds in levende lijve voor u." Of men nog landmijnen in de tuin gevonden heeft, vertelt de historie niet. Het Geertesplein te Kloetinge rond 1925. (foto: GA-Goes) Hoe Kloetinge aan een nieuwe dominee kwam In het jaar 1856 ging dominee Govert Kamerman, de Hervormde predikant van Kloetinge, met emeritaat. Hij was in het jaar 1821 gekomen en diende de gemeente zodoende zo'n vijfendertig jaar. Er moest een nieuwe predikant komen, maar hoe moest de gemeente dat nu aanpakken? Zo een gewichtige bezigheid was al zo lang niet meer voorgekomen. Eén ding stond in ieder geval vast. Het moest een herder en leraar worden met een krachtig stemgeluid en om dit goed te kunnen beoordelen, bedacht men een doeltreffende oplossing. Wanneer een dominee op beroep kwam preken, dan vatten enige mannen post op het voormalige kerkhof rond de kerk. Ze waren voorzien van een hamer en paaltjes en zetten zich tot luisteren. Waren ze het eens geworden over het punt waar de predikant buiten nog kon worden verstaan, dan 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 16