A.J. BARTH - F.H. DE KLERK Antwerpen, Sluis, Walcheren en Zierikzee. Dit netwerk van beurtvaart werd steeds verder uitgebouwd.(14) Verder werd met turf en bier naar Goes gevaren, terwijl geraffineerd zout de stad verliet. Op de voor Goes zeer belangrijke zouthandel komen we hierna nog uitvoerig terug. In de schaars bewaard gebleven bevrachtingslij sten van Engelse havens uit de vijftiende eeuw komen we Zeeuwse en zowaar Goese schepen tegen. Dit laatste is het geval in rekeningen uit Kingston-upon-Hill, Hull en Scarborourgh, Newcastle, Lynn en tenslotte Londen. Ook een konvooi van zes koopvaarders dat in 1449 langs de Engelse oostkust voer en door het eigen engelse escorte werd aangevallen, bevond zich een vaartuig dat Goes als thuishaven had. Over die schepen nog de volgende bijzonderheid: het was bekend in die tijd dat Brabantse en Zeeuwse schippers met de grootste toen bekende schepen voeren. Uit het midden van de vijftiende eeuw waren er in de Engelse havens twee van maar liefst 300 ton bekend: de Maria uit Bergen op Zoom en de (vermoedelijk: Sint) Joris uit Goes. Behalve deze handelscontracten met Britten trokken ook Goesenaars metterwoon naar Engeland: van acht personen is bekend waar zij op dit grote eiland terechtkwamen.) 15) Het voornaamste produkt dat in Engeland te halen viel was wol of ruw onbewerkt laken. In de oudst bekende ordonnantie van de draperie, dit is de lakennijverheid, te Goes uit 1449 wordt melding gemaakt van Engelse, Schotse en Spaanse wol. Die eerste twee soorten werden zeker ook door Goesenaars zelf gehaald, door kooplieden die tegelijk een eigen vrachtschip bezaten. Van de Spaanse wol is dit niet bekend.(ló) Omgekeerd kwamen ook bijvoorbeeld Schotten en wellicht ook Engelsen op de markt te Goes. In 1477 verzoenden een Goese schipper en zijn twee reders zich met niet minder dan achttien Schotse kooplieden na een meningsverschil tussen deze partijen. De moeilijkheden rezen over de betaling van belastingen of tolgelden voor de lading in het Goese schip. Deze lading was eigendom van de Schotten. Van deze Hooglanders waren er overigens maar drie lijfelijk aanwezig, van de anderen hadden zij een machtiging op zak. Nadat de Schotten alle verdere vorderingen op de drie Goesenaars hadden laten vallen, beloofde dit drietal uit Goes de lading naar Middelburg te zullen brengen. We nemen zonder meer aan dat conform deze overeenkomst gehandeld is.( 17) Uit Engeland werd ook vee naar Zeeland overgebracht. Domis Pieterszoon in de Zwane te Goes stelde zijn hele bezit ten onderpand voor de elf of twaalf ossen, die Jacop Janszoon Scipman voor hem uit Engeland zou meebrengend 18) Ongelukken met schepen bleven uiteraard niet uit. We hebben al gezien dat zeeroof voorkwam; uit ongeveer dezelfde periode beschikken we ook over een ooggetuigeverslag van een scheepsramp, waarbij een schip uit Goes ten onder ging. Dit verslag werd in 1459 voor schepenen van Mechelen opgetekend. De drie getuigen lieten hun ervaringen optekenen op verzoek van Hugen Arntssone, schipper uit Bergen op Zoom, bij wie zij ten tijde van het gebeuren aan boord waren. De ramp speelde zich af in Zeeland bij de plaat van Merkingre, waar dat ook mag zijn. De Bergse schipper voer voor dat van De Backer of Becker, die voorheen nog gevaren had op het marktschip van Goes. Al snel zagen de opvarenden van het eerste schip, dat De Backer in moeilijkheden verkeerde. Een onverwacht opstekende windvlaag deed het opstuivende water van de Schelde over de achtersteven van het schip slaan. Onmiddellijk was duidelijk dat dit slecht ging aflopen. Achter De Backer's schip hing een kleine sloep; in een poging zich het vege lijf te redden sprongen de Backer en zijn medegezellen hierin. Nu ging alles snel in z'n werk: het grote schip schepte steeds meer water en begon te zinken. Nog voor men in de sloep de gelegenheid gehad had het touw los te gooien werd ook dit vaartuig naar de diepte getrokken, zodat "de vorscreven Becker ende sijn medegesellen allegader mede nedersoncken ende verdroncken.Pogingen van de Bergse schipper om assistentie te verlenen liepen op niets uit; verder bevonden zich geen schepen binnen boogschootsafstand op de rivier.(19) Een ander ongeluk dat gelukkig voor de betrokkenen wel goed afliep vond in 1471 in de Goese haven plaats. Samen met nog vier andere personen raakten Jan 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 24