J. BOOGAARD 7. Zaagmolen "De Eendracht" Voor de geschiedenis van de zaagmolen "De Eendracht" vallen we hoofdzakelijk terug op twee bronnen: de molenmap op het Gemeentearchief van Goes en het molenarchief van de heer C. Beenhakker uit Kloetinge. De eerste aanwijzing voor wat betreft de zaagmolen vinden we in de molenmap. Op 2 mei 1701 verleent de Goese raad toestemming aan Huibertus Harinck, Johannes Rafels en Cornelis Stroobant om een "zaagmolen te timmeren".(22) De molenaars verkregen daarbij vrijdom van cijns. Ze hoefden geen stedelijke lasten op te brengen en bovendien hoefden ze geen kaaigeld te betalen voor het lossen van hout. Veel hout kwam uit de Oostzeelanden. De stad Riga, in het tegenwoordige Letland, wordt als haven van herkomst genoemd. Foto vein een schoorsteenstuk, voorstellende houtzaagmolen De Eendracht. (Foto:CA-Goes) De molen lag buiten de wallen aan de noordwestelijke kant van de stad. De huidige Zaagmolenstraat geeft ongeveer de plaats aan waar de vroeger de molen lag. Op de "Nieuwe Grondtekening der Stad Goes" van Kornelis van der Weel, uitgegeven in 1744, is de molen te zien op een strekdam in het molenwater.(23) De molenaars waren naar alle waarschijnlijkheid ondernemende lieden. In juni 1754 klaagden de dekens van het timmerliedengilde dat de molenaars ook gezaagd hout importeerden, iets wat ze volgens hen niet mochten. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 54