OVER DE MOLENS VAN GOES Het bijzondere daarbij was, dat de aankopen van de laatste twee molens aankopen voor de sloop waren. Dus eliminatie van de concurrentie in de letterlijke zin van het woord. Een derde manier om de gang in het bedrijf te houden is het creëren van nevenactiviteiten. Bij "De Eendracht" zagen we handel en opslag van hout, zowel gezaagd als ongezaagd. Bij "De Grenadier" het malen en verhandelen van mosterd en chocolade. Bij "De Hoop" waren er ook allerlei nevenactiviteiten, zoals zeepzieden en het persen van lijnkoeken. Bij "De Koornbloem" bleef men tot het laatste toe (1954) proberen met nevenactiviteiten zoals handel in veevoer en vertegenwoordiging van grote meelfabrieken, het hoofd boven water te houden. Uiteindelijk bleek dit alles vechten tegen de bierkaai. Na de stoommachine kwam de gasmotor, de dieselmotor en ten slotte de elektriciteit. Wanneer men van wind afhankelijk is, is de concurrentie niet vol te houden. De gasmotor, die in 1912 op molen "De Koornbloem" werd geplaatst, heeft dat proces misschien vertraagd, maar niet kunnen voorkomen.(50) Ook de opkomst van de grote, moderne meelfabrieken verhaastten dit proces. Toen in 1954 de molen "De Koornbloem" als laatste zelfstandige molen zijn deuren sloot, was het over en uit met het Goese molenbedrijf. Een bedrijfstak had opgehouden te bestaan. De puinhopen van de in 1888 verbrande meelfabriek van de fa. Kakebeeke. (Foto; GA-Goes) 13. Slot De geschiedenis van de Goese molens is uiteraard niet compleet. Dit artikel heeft ook niet de pretentie volledig te zijn. Toch hopen ws een bijdrage geleverd te hebben om enig inzicht te krijgen in de bedrijvigheid binnen de stad Goes in vroeger tijd. De medewerkers van het Goese Gemeentearchief zeg ik dank voor hun voortdurende bereidwillige hulp. Verder dank ik de heer C. Beenhakker uit Kloetinge, die mij zijn molenarchief ter inzage gaf, waarvan ik vrijelijk gebruik mocht maken. 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 61