J. WALRAVE In 1871 werden de schilden en medailles ten gebruike afgestaan voor een te Middelburg gehouden tentoonstelling van Zeeuwse oudheden. Dit blijkt uit de uitgaaf van 0.121/2 wegens onkosten voor het afhalen van het zilver en Goes. Verder was er een speciale methode om een medaille rijker te worden. De notulen van de vergadering van 15 juni 1852 vermelden het volgende: "Daar zijne Majesteit onze koning aan onderscheidene handboogschutterijen als Beschermheer eene Koninglijke medaille ten geschenke heeft gegeven, zoo wordt op voorstel van den lsten Deken met algemeene stemmen besloten die voorregten te deelen. De Hoofdman neemt volgaarne op zich dit zoo spoedig mogelijk te bewerkstelligen. Overigens mag niet onvermeld blijven, dat het gilde bijna 3 eeuwen geleden de zilveren vogel en een aantal schilden teloor had zien gaan. Het verslag van een buitengewone bijeenkomst geeft aan wat er aan de hand is geweest. Wij nemen het totale verslag op, waarbij het vooral om het eerste gedeelte gaat. Het tweede deel handelt over de toelating van 2 nieuwe gildebroeders, het houden van het gildefeest en het schieten van de gaai, alsmede het instellen van de 4 kwartieren voor de maandelijkse schietingen. Volledigheidshalve toch het gehele verslag. "Op den 4 April 1679 is bij Hooftman, Dekens ende het meerder deel vande gildebroeders deze comparitie gehouden ende alsdoen gebesoijgjeert over de noodige orders die annopende het aenstaende somersaijsoen diende verhandelt te werden. Alsoo Anthonijne Frans, huijsvrouwe van Jacob Marinus Nagelkerke met mede weten van haren man sich soo ware heeft verstout, dat sij den Gilde vogel met de annxe schilden in den lomber heeft gestelt en daer opgehaald ene somma van 7 vis. die welcke sij luijden tot haer particulier voordele ende comsomtie hebben gebruijken sonder kennisse ofte mede weten van een eenigh lit vant hantbogengilde, sijnde over sulcx en der sulken stoutilijke daet inabijl omme in toecomende meer voor een gildebroeder ofte suster te werden gegroet ende is door order van den hooftman gecomiteert tot het lossen van den gemelden vogel uit den lomber: Johannis de Witt ende Lindert Janse Reijlof, die welcke op de 18 maert 1679 het selve hebben verricht leverende de vogel met 18 silveren schilden in handen van den voorsz. hooftman Jan Linderse Reijlof, die welcke vervolgens de sorge van bewaren daer over aengenomen heeft." In de rekening, opgesteld door Johannis de Witte, zijnde dus de administrerende deken, over de jaren 1676 tot en met 1678 werden de volgende posten verantwoord. "Den 25e november 1678 betaelt over 1/2 pond keersen gebruijckt op seker komparitie tot Nagelkke gehouden als wanneer Antonine Frans huijsvrouwe van den voors Nagelkke verclaerd den gilde vogel inden lomber gebracht te te hebben, met kennisse 0-0-6 betaelt Jan Lindert Reijlof overt leveren van branthout op de Vs comparitie met kennisse 0-3-0 Betaelt Corn Verijsers huijsvrouwe over coop van een half vad goet bier met de onkost bij haer verschoten op de voors. comparitie verteert bij quytantie 1-4-0 den 18 maert 1879 Betaelt den Lombardier tot Goes present Lindert Janse Reijlof over restitutie vande penningen bij hem verschoten aen Antoninne Frans 7 grooten vis die welke sij op den gilde vogel hadde gelight sonder kennisse van eenig lidt vande handtboge ende daer door met haer man inabil om het gemelde gilde te frequenteeren mitsgaders 50 weken verloop comt samen 8-9-8 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 84