HET HANDBOGENGILDE "SINT SEBASTIAAN" datum als vooren verteert bij Jan Linderse Reijlof, Lindert Janse Pr Olijvierse ende Johannis de Witte tot Jan Prs de Wulf met kennisse 0-6-0" Wanneer wij de omschrijving van de betalingspost aan de eigenaar van de lommerd in Goes goed begrijpen, dan waren de zilveren eigendommen van het gilde 50 weken onder diens beheer gebleven. Daarvoor moest 1-9-8 betaald worden. Globaal berekend heeft de houder van de bank van lening 1/6 deel van het opgenomen bedrag aan vergoeding gevraagd. Een niet onbelangrijke verdienste voor die tijd. Het gilde had voorts nog andere attributen of gebruikte die van elders. Op het jaarfeest in 1705 is het vendel van Hoedekenskerke gebruikt. Er is vermoedelijk wat onvoorzichtig mee omgesprongen, want Geeraert Doesselaer moet 0-3-2 betaald worden om het te repareren. Later heeft het gilde een eigen vendel aangeschaft. Dit blijkt uit de uitgaafpost in 1785 wegens een betaling aan de schilder voor het schilderen van het vendel. Helaas is ook dit niet meer aanwezig. Volgens Jolles was dit een vaandel van rood-wit-blauw vlaggedoek. In de witte baan waren geschilderd "St. Seb." en een boogschietende boer met korte broek en een ronde Zeeuwse hoed; daarboven in gouden letters op blauw lint: 's Graven 1804 polder, deze opschriften en voorstelling aan weerszijden van de vlag. Aan het vaandel was ook nog een vaan bevestigd van vlaggedoek, de witte baan van katoen, waarop in letters van blauw vlaggedoek de woorden "Door Eendragt herlevende", ook deze vaan tweezijdig, doch in spiegelschrift op de keerzijde gezet. Deze vaan is pas later toegevoegd, want volgens de rekening opgemaakt op 5 april 1851 heet het gilde plotseling "Door eendracht herlevende". Dit is het gevolg geweest van een beslissing in de vergadering van 7 april 1849, waarin tevens werd bepaald, dat er gewone en buitengewone leden kunnen zijn in de verhouding van 2 1 en dat de absentie bij de schietingen zal worden beboet met 10 cent. Ook de 2 narrepakken, broek, jas en hoge muts van grof linnen, waarop kleine stukjes wollig goed genaaid waren en die vermoedelijk uit de achttiende eeuw dateren, zijn verloren gegaan. Evenzo is het gegaan met de houten narrestaf met bovengedeelte als een bloemenkroon, rood en verguld en aan de steel een bel. De trommel, waarvoor in 1780 twee nieuwe vellen voor 1 waren gekocht, is niet meer in het bezit van het gilde. De bokaal van groen glas, waarop geëtst "Lang Leeve Oranje", zoals deze hiervoor is beschreven, is er nog. Het is niet uitgesloten, dat de vanaf 1809 gedurende enkele jaren al eerste deken en later nog als boekhouder gefungeerd hebbende Pieter de Broekert deze bokaal geschonken heeft. Het ongekleurde drinkglas bezit het gilde nog steeds, evenals de houten voorzittershamer met zilveren plaatje en de dekenkist. Ten aanzien van deze kist zij het volgende opgemerkt. Vóór het sluiten van de buitengewone ledenvergadering van 12 november 1874 had herbergier J.M. Zaaijer nog een geschenk aan te bieden. Het was echter geen aanbod, waarvan hij de kosten betaald had, maar een nalatenschap van een kennelijk op dat tijdstip reeds opgeheven oude vereniging uit 's- Gravenpolder. Hij droeg namelijk aan het gilde volgens de notulen over "een eikenhouten kist met deszelfs inhoud, bestaande in enige schrifturen en kledingstukken afkomstig van de vroeger bestaand hebbende Rederijkerskamer "De Fiolieren. met Deugd verwinnende". In hoeverre Zaaijer bevoegd was hierover te beschikken en deze zaken aan het gilde cadeau te doen, vermelden de notulen niet. In ieder geval is daardoor vermoedelijk de kist en de papieren bewaard gebleven. Ook het op 23 augustus 1849 reeds door P. de Broekert overgedragen schild met de ketting van "De Fiolieren" is bewaard gebleven. Dit kan helaas niet gezegd worden van de zilveren beker, die ook aan die rederijkerskamer moet hebben toebehoord. Zo blijkt, dat er in de loop van de jaren nog al wat van dergelijke attributen zijn verloren gegaan. De vraag kan gesteld worden of de in 1849 voor 0,70 gekochte "Presidentshamer" de zojuist bedoelde hamer is. Het plaatje is dan wellicht cadeau gedaan, want een uitgaaf daarvoor is in de rekeningen niet gevonden. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 85