L.J. MOERLAND - W.P. DEN TOOM gestolen heeft en deze probeert te verkopen aan een kwakzalver, wordt hij betrapt. Het is uit met al zijn dieverijen, want burgemeesters en schepenen hebben geen enkele clementie met hem. Hij wordt ter dood veroordeeld, bij de scheiprechter gebracht en daar aan de galg gewurgd. Al zijn bezittingen worden in beslag genomen en komen aan het gerecht van de stad Goes. (Raze 1571, fol. 163r/v). De messentrekker Een vreselijke ruzie, waarbij hard gevochten wordt, vindt plaats in 1553. Van het voorval zijn getuigen. Schipper Willem Rose verklaart dat hij gezien heeft dat Jan Arentsen op z'n gemak voor de herberg "De Zwarte Leeuw" zat en dat Jacob Jansen Knoper daar kwam aanlopen en hem enige woorden toevoegde, die Willem niet kon verstaan. Hij zag wel, zo verklaart de schipper, dat Jan wit wegtrok en opstond om te vertrekken. Jan liep door tot aan "De vier Heemskinderen", toen Willem zag dat Jacob een mes uit zijn zak haalde om Jan daarmee te verwonden. Jan probeerde uit alle macht de arm tegen te houden, die wilde steken. Hij zag echter in dat hij Jacob te sterk voor hem was en gaf hem een geweldige slag met zijn rapier op diens arm. Hij riep daarbij uit, dat Jacob bij hem weg moest blijven. Het Galgeveld van Goes. Het lag aan het eind van de haven en werd gebruikt voor het ophangen van ter dood gebrachte misdadigers. Detail van de stadsplattegrond van Jacob van Deventer. Er zijn meer getuigen, die niet alleen het voorval hebben gezien, maar ook hoorden wat Jacob zei. Zo verklaart Clasken. de huisvrouw van Jan Smoer, dat zij gehoord heeft dat Jacob voor "De Zwarte Leeuw" bij Jan kwam en hem toebeet:"Ghij weet die pooirters wel gay te slane ende op te rapen, maar die straetschenders en slaet ghij ghen acht en laetse loepen, waer sal ick mijn quetsure verdelen." Zoals we al zagen trok Jan, nadat dit gezegd was, wit weg en ging er van door. Jan Arentsen was dus waarschijnlijk een gerechtsdienaar, die volgens Jacob niet goed oplette. Jan Lucaszoon Coster heeft het gevecht van dichtbij gezien. Hij zag. aldus zijn verklaring, hoe Jan 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1995 | | pagina 8