VAGEBONDEN VAN DE ZELFKANT W.P. den Toom Straatschennerij. VAGEBONDENVAN DE ZELFKANT Michiel Maartense was gevangen genomen omdat hij met zijn mes had gestoken naar Jan Crijnsz. Deze trachtte de steek te ontwijken en toen was het mes dwars door de schippersmuts van een buurman gegaan en had een bloedige snee veroorzaakt in de wang van het tienjarige zoontje van Jan de Duitser. Michiel maakte wel meer de straat onveilig en de baljuw wilde dat hij gegeseld zou worden er verbannen. Voor burgemeester en schepenen heeft hij alles vrijwillig bekend en om vergiffenis gevraagd. Hij wil dat zijn vergrijp buiten de gebruikelijke procedure wordt afgehandeld. Hij wordt veroordeeld tot het vragen van vergiffenis aan God, de justitie en de ouders van het kind als ze aanwezig willen zijn. Verder wordt hij voor vijfjaar verbannen. Raze 1574 folio 271 Jacob den Bruijn maakte het wel bijzonder bont. Hij had op 12 maart 1696 Gerard Dircxe ontmoet en geprobeerd deze met zijn mes te verwonden zonder opgaaf van redenen. Deze had Jacob proberen te overreden dat niet te doen, maar dat baatte niets. Daarna was hij er als een haas vandoor gegaan. Jacob wilde echter iemand verwonden en liep met een bloot mes verder toen hij Cornelis Jeronimisse ontwaarde. Deze sneed hij zomaar flink in zijn vingers, zodat hij zijn vak van timmermansknecht nooit meer zou kunnen uitoefenen. De aanklager wil hem afdoende straffen en een voorbeeld stellen voor andere potentiële vechtersbazen. Hij eist dat de gedaagde aan de scherprechter zal worden overgeleverd en met roeden zal worden gegeseld. Daarna moet hij het brandmerk van de stad Goes krijgen en voor 25 jaar opgesloten worden in het rasphuis. De eis wordt gevolgd door burgemeesters en schepenen. Raze 1574 folio 156 Drie vrienden waren in de nacht van 3 op 4 juli 1647 nogal flink te keer gegaan in Goes. Eén van hen was eerder op de avond reeds door Jan Lemmers, een nachtwacht, daarover onderhouden. Hendrick, één van het trio, werd zo kwaad op de nachtwacht, dat hij hem letterlijk op de rug was gesprongen en daarover had gelopen. Door het trappen en slaan had deze zijn prooi los moeten laten. Daarna was Hendrick hem met een mes te lijf gegaan, totdat op diens hulpgeroep andere wachters hem kwamen ontzetten. Hendrick werd opgepakt op beschuldiging van notoire straatschenderij en het ontoelaatbaar aanvallen van een nachtwacht. Hendrick moest een boete van 50 pond vlaams betalen, hij werd gegeseld en verbannen uit de stad. Raze 1574 folio 118 Marinus van Vijven uit Borssele had er plezier in de mensen lastig te vallen. Hij deed dat op een valse, gemene manier door ze te slaan en te duwen. Een drietal slachtoffers van hem wordt vermeld in het proces dat in 1718 tegen hem werd gevoerd. Cornelis de Hooge was op weg van Borssele naar Coudorpe. Marinus liep hem het hele eind achterna en gaf hem nu eens een klap en dan weer een schop. Isaaq Deurwaarder werd ook door hem "begeleid" en kreeg zelfs met een mes een grote jaap in zijn rug. Gelukkig werd Marinus in zijn kraag gevat en gevangen gezet, maar op een of andere manier wist hij te ontsnappen. Later was een koopman in gedroogde vis zijn doelwit en probeerde hij de man zijn waren te ontfutselen onder vloeken en deigementen. Deze wist echter aan zijn belager 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1996 | | pagina 43