Zuid-Beveland 1650-1750: ONTWIKKELINGEN IN DE LANDBOUW TIJDENS EEN DEPRESSIE ONTWIKKELINGEN IN DE LANDBOUW TIJDENS EEN DEPRESSIE Door drs. J.P. de Jonge Dit artikel heeft tot onderwerp de ontwikkelingen in de landbouw op het eiland Zuid-Beveland in de periode 1650-1750. De keuze voor deze periode is niet willekeurig tot stand gekomen. Bij de bestudering van de geschiedenis van de landbouw in Europa gaat men er in het algemeen van uit dat zich afwisselend perioden van expansie en stagnatie hebben voorgedaan. Een van de tijdvakken waarin zich een neerwaartse tendens aftekende was de periode 1650-1750. De depressie waarmee de Europese landbouw vanaf ongeveer 1650 geconfronteerd werd was het gevolg van een scherpe daling van de graanprijzen. Deze daling had verschillende oorzaken. De voornaamste hiervan zijn het stoppen van de bevolkingsgroei in Europa waardoor de vraag naar graan afnam, en het beschikbaar komen van grotere hoeveelheden voedsel door de opkomst van gewassen als rijst, maïs en aardappelen. Omdat de lonen in die periode op een relatief hoog niveau bleven en de belastingen voor de boeren steeds stegen verslechterde de verhouding tussen kosten en opbrengsten zodanig dat velen op den duur hun bedrijf moesten opgeven. Hieronder wordt nagegaan of de crisis in de landbouw zich ook op Zuid-Beveland manifesteerde en hoe er op de ontwikkelingen gereageerd werd. Om de gebeurtenissen in die periode in het juiste perspectief te plaatsen is het in veel gevallen nodig om ook aandacht te besteden aan de voorafgaande jaren en eveneens aan de tijd na 1750. Ook is het noodzakelijk in te gaan op enkele onderwerpen die slechts zijdelings met de landbouw te maken hebben, maar die er wel toe bijdragen dat het inzicht in de ontwikkelingen op het platteland vergroot wordt. In de eerste plaats zal aandacht besteed worden aan het verloop van de bevolking op het eiland. Daarna komen de verschillende grondsoorten, het grondgebruik en de wijze waarop veeteelt en akkerbouw bedreven werden aan de orde. Tenslotte wordt een aantal financiële onderwerpen besproken, o.a. grond- en pachtprijzen en een aantal belastingen. Het is wellicht goed erop te wijzen dat wanneer er over Zuid-Beveland gesproken wordt dit steeds het eiland betreft exclusief Wolphaartsdijk. In veel bronnen wordt het onderscheid niet gemaakt, maar omdat Wolphaartsdijk tot 1809 een afzonderlijk eiland was is het hier niet in het onderzoek betrokken. Maten: Geld: Bloois gemet gemet Blooise roede 3924 m2 300 roeden 13,08 m2 pond Vlaams pond Vlaams schelling schelling groot 6 gulden 20 schellingen 12 groten 6 stuivers 24 mijten 2 De bevolking Bij tellingen van de bevolking van Zuid-Beveland werd steeds een onderscheid gemaakt tussen de stad Goes en het platteland. Voor Goes zijn schattingen gemaakt op basis van het aantal huizen dat in de kohieren voor de 200ste penning vermeld wordt. Hieruit blijkt dat het aantal inwoners van Goes in de periode 1622 tot 1778 vrij stabiel bleef. In 1622 waren er 3.500-3.600 inwoners en in 1750 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1996 | | pagina 47