G.J. LEPOETER boekenkasten, 1 kubiek-tafel. 1 stel Maten en Gewigten, 1 kagchel met toebehooren. 2 leestafels van Prinsen voor de eerste klasse, 1 Letterkast".(70) Het lijstje is geschreven door meester Sluijters. 8 April 1853 is een belangrijke dag voor het gezin Sluijters. Op die datum slaagt Johan Adam voor de derde rang, Elizabeth Hendrika en Magdalena verkrijgen beide de akte met bevoegdheid om les te geven in Nederlandse taal. lezen, schrijven, rekenen, aardrijkskunde en geschiedenis.(71) Als in 1854 alle drie de gediplomeerde kinderen elders geplaatst zijn, werkt dochter Adriana Marina (geboren 27 november 1836) als kwekelinge bij haar vader. Rampspoed. Ernstige tegenslagen - die hij voor een deel aan zichzelf te wijten gehad zal hebben - blijven Hendrik Sluijters niet bespaard. Eén van zijn bronnen van inkomsten is zijn voor rekening van de gemeente uitgeoefende functie van klokkenist en klokluider. Als klokkenist is hij verantwoordelijk voor het goed functioneren van het torenuurwerk en de tijdaanwijzing op de toren. Dit is een minder eenvoudige baan dan het op het eerste gezicht lijkt. Het uurwerk in de Kapelse toren verkeert al geruime tijd in een matige tot slechte toestand en heeft daardoor extra aandacht nodig. Het opwinden moet in ieder geval dagelijks plaatsvinden, zeven dagen per week en wel op een vast tijdstip. Dan is het voor de betrouwbaarheid van de tijdaanwijzing op de wijzerborden belangrijk dat de klokkenist nauwkeurig let op de juiste tijd en indien nodig de gelijkstelling van het uurwerk regelt. Op de klokkenist rust verder de verplichting om de werkzaamheden "in persoon" uit te voeren, dus niet de mogelijkheid om het aan één van de kinderen over te laten. Een dagelijkse gang naar de torenzolder waarop dit uurwerk is geplaatst, zit dus automatisch aan deze functie vast. Als klokluider moet hij 's zomers driemaal per dag en 's winters tweemaal de klok luiden, honderd slagen per keer. Alleen het luiden op zondag valt buiten de taak. Dit wordt door de kerk geregeld. De beloning op jaarbasis is 30,— ofwel ongeveer acht cent per dag. Hendrik Sluijters voert zijn werkzaamheden als klokkenist/klokluider niet goed uit. Burgemeester en wethouders gaan over tot een voorlopige schorsing, op 15 juli 1853 gevolgd door een gedwongen maar "eervol ontslag" door de gemeenteraad, "overwegende de noodzakelijkheid dat het uurwerk dagelijks op een bepaald uur door één en denzelfden persoon steeds worde opgewonden en geregeld". Sluijters berust in dit ontslag, maar wendt zich "als vader en eenige broodwinner van een talrijk gezin" tot de gemeenteraad met het verzoek om enig pensioen voor de 26 jaar dat hij dit werk heeft gedaan. Dit verzoek wordt door de gemeenteraad niet gehonoreerd.(72) Het jaar 1855 dompelt het gezin Sluijters in rouw. De vrouw des huizes, Maria Elizabeth Augustijn overlijdt, 48 jaar oud, op 5 maart van dat jaar. Enkele weken later, op 2 april, gevolgd door de zoon Johan Adam.(73) Hendrik Sluijters blijft met zeven dochters achter, de oudste is achtentwintig jaar oud, de jongste acht jaar. In 1856 komt meester Sluijters opnieuw in ernstige moeilijkheden. Op 15 juli 1845 heeft hij van mr. J.C.R. van der Bilt aan de westzijde van de kerk een woonhuis met een ruime tuin gekocht, (sectie B nummers 196 en 197) Dit huis is vlak tegenover de school gelegen. De koopprijs van 1.200.— kon hij zelf niet fourneren, vandaar dat hij een hypothecaire 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1997 | | pagina 102