G.J. LEPOETER veelvuldige klagten over het onderwijs en de zoo menigvuldige aanmaningen tot verbetering tot dit bezoek hadden geleid, om naar bevind van zaken het ontslag van den onderwijzer bij de gemeenteraad te verzoeken, dat wij echter eenige verbetering in het onderwijs hebben menen te bespeuren en hem derhalve nog eenen tijd van 4 a 5 maanden zal worden gegeven teneinde het onderwijs in zijne School geheel in die orde te brengen als bij de wet is voorgeschreven, maar dat ook indien zulks als dan niet in orde mogt bevonden worden, zijn ontslag zal worden aangevraagd". Het zwaard van Damocles hangt boven het hoofd van Hendrik Sluijters. Het is nu nog een kwestie van tijd voordat een definitieve schorsing het einde van zijn loopbaan in het onderwijs zal betekenen. Van Gedeputeerde Staten ontvangt het college van burgemeester en wethouders een ernstige brief, gedateerd 3 juni 1859. Hierin komt de volgende zinsnede voor: ...dat de hoofdonderwijzer Sluijters ofschoon geenszins onbekwaam, die school op eene verregaande wijze heeft verwaarloosd, en dat het onmatig gebruik van sterken drank zijne lust en ijver voor de behoorlijke waarneming zijner betrekking schijnt te hebben uitgedoofd". Van de zijde van Gedeputeerde Staten wordt aangedrongen op "eene spoedige regeling van het lager onderwijs in Uwe gemeente".(78) Voor meester Sluijters is het teveel geworden. Het hoeft verder allemaal niet meer. Over de directe doodsoorzaak hebben wij geen gegevens gevonden, maar op 12 juli 1859 komt hij, 52 jaar oud. te overlijden.(79) "Onmatig gebruik van sterken drank"; oorzaak van veel van zijn problemen of juist gevolg, om de narigheid te verdringen? Een vraag die wij niet kunnen beantwoorden. Duidelijk is wel geworden hetgeen Nagtglas in zijn Levensberichten van Zeeuwen over SLUIJTERS (Hendrik), als "een vlug en kundig man" schreef: "Het is dan ook treurig met dien man afgeloopen". 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1997 | | pagina 106