L.J. MOERLAND en W.P. DEN TOOM keer bij Michiel Goeree. Ze steelt daar twee hemden en twee treckmutsen. maar een deel van de buit raakt ze kwijt omdat ze de mutsen laat vallen. Niet alleen kleding steelt ze. Bij de schout Van Noorden in 's-Heer Hendrikskinderen weet ze een koperen theeketel te bemachtigen, die ze verpatst voor tien stuivers. Ze krijgt de smaak steeds beter te pakken en achtereenvolgens steelt ze uit een boomgaard in Kapelle een laken en twee manshemden, die ze maar weer eens naar de bank van lening brengt en die haar acht pond vlaams oplevert. Daarna haalt ze in een boomgaard bij Heinkenszand drie doekjes met een kanten aanzet en twee kindermutjes weg. De doekjes weet ze voor vier stuivers aan Catharina Zegers te verkopen. Nog is de waslijst met diefstallen niet klaar. Aan de Straatweg in 's-Gravenpolder woont Cornelis Brouwer. Zijn spullen zijn voor Janna ook niet veilig. Zij vergaart bij hem een manshemd, een vrouwen- en drie kinderhemden. Ze verkoopt ze vrolijk door aan de vrouw van Jodocus Franssen. Ze krijgt er een bedrag van vijftien stuivers voor. Als klap op de vuurpijl vindt ze dan nog een laken in Kloetinge, dat ze verpandt voor vier pond Vlaams. Als laatste van haar wapenfeiten wordt dan nog vermeld, dat ze overal uit velden en op wegen staken, planken en "vaemhouten"( 1) meeneemt, die ze in haar open haard verstookt. Dit liegt er niet om. Er komt echter nog bij dat ze reeds voor dezelfde delicten uit Middelburg verbannen is en in Vlissingen gegeseld en nog eens voor altijd uit de provincie Zeeland verbannen is. De baljuw is niet mals in zijn eis. Hij vraagt geseling met een strop om de hals onder de galg. Janna moet ook nog eens gebrandmerkt worden en ze moet uit Zeeland verbannen worden. De verdediging probeert nog wat van de zaak te redden. Deze stelt, dat haar man Jan Moulin, Janna zonder reden, na zeven jaar met hem getrouwd geweest te zijn, in de steek heeft gelaten met achterlating van een kind. Hij is toen bij zijn ouders gaan wonen en heeft geen enkele reaktie gegeven op het bericht van de geboorte van een tweede kind. Dit is in de tussentijd al zeven maanden oud. Janna heeft dus geen inkomsten en er zat niets anders op dan maar te gaan stelen, om zo voor de twee kinderen te kunnen zorgen. Ze heeft er veel spijt van en belooft dat ze zich niet meer schuldig zal maken aan dergelijke misdaden. De verdediging vraagt om clementie voor haar. De rechters zijn echter niet te vermurwen en veroordelen Janna conform de eis van de baljuw. Op 2 juli 1748 wordt het vonnis voltrokken. (RAZE, 1575, fol. 89-90) 1. Vaem'out of vaamhout is (brand-)hout dat bij de "vaam" of "vadem" wordt verkocht. De vaam is een inhoudsmaat voor hout, ter grootte van een stapel haardblokken van 3,5 meter lang, 80 cm hoog en 20 cm breed, dus ruim een halve kuub "bulletjes". EEN STOMDRONKEN DIEF. Op 9 november 1751 staat Pieter Goedertier, die in het "ouden-manhuijs" in Goes woont, met zijn 37 jaar voor de rechtbank. Waar hij van beschuldigd wordt, is niet mis. Zo heeft hij uit het zomerhuis van Jan Soetebier, net buiten de 's-Heer Hendrikskinderenpoort, samen met Adriaan Barbier meubels en tuingereedschap meegenomen, die ze onder elkaar 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1997 | | pagina 38