RON VAN MAANEN Bedrijfsresultaten Ondanks het ontbreken van een bedrijfsarchief kunnen we aan de hand van belastinggegevens toch een en ander reconstrueren. De beetwortelen werden gewassen en vervolgens in stukken gesneden en vervolgens in bakken gelegd om te gisten. Dit beslag werd volgens de traditionele methode bewerkt waarbij in een aantal stappen - enkelnat. bestnat en ruwnat - een steeds hoger alcohol percentage werd verkregen. De zogenaamde spoeling die na het distilleren resteerde, werd vermoedelijk in de mestput opgeslagen. Elders werd deze gebruikt als vee- en varkensvoer. Al in 1857 werd door de fabriek gekeken naar de mogelijkheid in plaats van beetwortelen ook andere grondstoffen te gebruiken. In januari was het duidelijk dat men tot uiterlijk maart werk had maar dat de fabriek dan moest worden stilgelegd tot aan de oktobercampagne. Om dit (tijd)verlies enigszins te compenseren hadden de fabrikanten contact gezocht met meekrapfabrikanten om alcohol te gaan stoken van het water afkomstig van het 'fleur de garancine'. Omdat men ook hier niet mee bekend was, wilde men eerst proefnemingen doen. De controleur schreef op 28 maart dat binnen 5 a 6 dagen de voorraad wortelen op was en dat er 160 a 170 vaten ruwnat moesten worden overgehaald. Hij stelde voor eerst de proefnemingen met de beetwortelen te beëindigen. De directeur belastingen beaamde dat in Frankrijk proeven gedaan waren maar dat het waarom onduidelijk was. Het kon uit winstbejag zijn maar ook slechts van tijdelijke aard toen het stoken van alcohol uit granen beperkt werd zoals ook de algemeen heersende druivenziekte voor problemen zorgde. Zover hij zich kon herinneren bestond er binnen Zeeland geen meekrapalcoholbranderij. De kundige garancinefabrikant te Zierikzee zag er geen voordelen in en weliswaar hadden de garancinefabrikanten in Wilhelminadorp grote plannen, sinds jaar en dag had hij er niets meer van vernomen. Dan volgt een belangrijke mededeling over het bedrijf "...doch al ware de onderneming op haar zelve goed dan geloof ik voor mij dat er van haar bij de firma te Goes even weinige resultaten te wachten zijn dan van haar alcoholfabriek...". Een niet mis te verstaan opmerking, gevolgd door dat het in ieder geval geen kwaad kon. De minister stemde dan ook toe. Op 15 mei werd door de ambtenaren de voorraad beetwortelalcohol opgenomen. Al spoedig bleek dat er 3882,5 liter te weinig was, in vaktermen 'ondermaat'. In het geval van ondermaat kon teruggave van de accijns worden gevraagd en verkregen. De minister besloot echter ten dele anders. Voor 1591 liter werd de accijns teruggegeven deze waren immers verloren gegaan bij overhalingen waarbij ambtenaren aanwezig waren. Voor wat betreft de overige accijns werd fijntjes opgemerkt dat bij lekkage e.d. veroorzaakt door het ontbreken van een goede bewaring de fabrikant zelf voor de schade verantwoordelijk was. In september van datzelfde jaar ontstond een discussie over het 24 uur per dag doorwerken. Door de firma was contact gezocht met de firma De Ram Co. te Bergen op Zoom die desgevraagd verklaarde nooit te hebben betaald voor nachtelijk toezicht. Men meende dan ook dat er geen onderscheid door de ontvanger mocht worden gemaakt. Deze was namelijk geen voorstander van het 's nachts doorwerken van de fabriek en dus ook het dan moeten inzetten van ambtenaren. Wilde de fabriek toch "s nachts doorwerken dan moest zij de salariskosten van de ambtenaren maar betalen. De ontvanger vroeg zich toch af wat Saaijmans Vader nu eigenlijk wilde. De fabriek had een grote voorraad wortelen 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1997 | | pagina 46