KUNSTHISTORISCHE BETEKENIS
Arend Hijner begint zich tot schilder te ontwikkelen in de tijd dal de Haagse School hoogtij viert met schilders
als Willem Roelofs de oudere, Gabriël, Mauve, Willem en Jacob Maris, Bosboom, Jozef Israels, Neuhuys,
Blommers, Van der Velden etc. Hijner past de moderne ideeën in de schilderkunst alleen toe met betrekking tot
het schilderen in de plein-air techniek. Hij blijft de werkelijkheid direct picturaal weergeven, het in volle orga
nische natuurlijkheid weergeven van de menselijke figuur (9).
Zoals dat met meer kunstenaars het geval is verzamelt Hijner kunstvoorwerpen en antiek. Aanvankelijk moet
hij zijn tijd verdelen tussen de handel en de schilderkunst. Hij brengt in opdracht kunstcollecties bij elkaar. Het
werken met kunstvoorwerpen en antiek hebben de schilderkunst van Hijner duidelijk beïnvloed. Zijn waarde
ring voor oorspronkelijkheid komt hieruit voort. Als de Haagse Kunstkring ontstaat leidt hij nog een soort dub
belleven van handelaar/kunstenaar. Naar verluidt moet hij in de maatschappij een harde leerschool doorlopen.
Al in 1887 exposeert hij voor de eerste keer. in Arnhem (10). In 1892 toont hij een olieverfportret en enkele
tekeningen bij de kunsthandel van Oldenzeel in Rotterdam, tegelijk met werken van de door hem bewonderde
Vincent van Gogh. Op dat moment begint de Nederlandse kunstwereld van het genie van Van Gogh, die twee
jaar eerder is overleden, overtuigd te raken (11).
Hijner in Best, met kunstcriticus H. de Boer, foto
In 1893 exposeert hij werk in Amsterdam. Een gotisch kerkinterieur en de uitbeelding van een biddende vrouw
bij een graftombe doen veel beloven voor de toekomst (12). Van 5 tot 15 december 1895 organiseert de
Haagsche Kunstkring een tentoonstelling van schilderijen en tekeningen van de dan bijna 30jarige kunstenaar.
Hij heeft dan zijn eerste, korte, periode in Zeeland doorgebracht (13).