ONDERWIJS EN ONDERWIJZERS IN KAPELLE VAN DE FRANSE TIJD TOT 1859 de landbouwer Adriaan Bosman brengt Johannes Staal uitkomst door tegen de voorgestelde jaarlijkse vergoeding van 10.40 de betrekking van kerkmeester te aanvaarden. Eén en ander houdt wel in dat de Kapelse schoolmeester in de kerk een sleutelrol gaat vervullen. Dit wordt nog extra onderstreept door het feit dat hij in 1812 en de periode daarna min of meer ad hoe de problemen oplost die zich met de rentmeester van de kerk voordoen. Johannes Staal fungeert dan tijdelijk als administrateur voor de kerkelijke bezittingen en als kerkelijk ontvanger. Er is niets dat er op wijst dat hij het in hem gestelde vertrouwen heeft beschaamd.(34) De invoering van de burgerlijke stand in 1811 brengt voor de gemeente onder andere de verplichting mee om registers van geboorten en overlijden bij te houden. De gemeente Kapelle beschikt niet over een eigen gemeentehuis en de gemeentesecretaris woont in Goes. Wat ligt er dan meer voor de hand dan de schoolmeester aan te stellen als beambte van de gemeente en hem te belasten met het bijhouden van de registers? Zo wordt deze taak aan Johannes Staal toebedeeld.(35) Schoolkistje uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Hierin bewaarde de leerling zijn schoolgerei. Het hing op school en was het enige hokje dat het kind helemaal voor zichzelf had. Museum voor Zuid- en Noord-Beveland. Goes. Foto. T. Lepoeter-Boes) 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1997 | | pagina 85