ONDERWIJS EN ONDERWIJZERS IN KAPELLE VAN DE FRANSE TIJD TOT 1859
het vanzelfsprekend gevonden dat de lijn werd doorgetrokken.
Na het overlijden van Johannes Staal blijft het oude schoollokaal, nu eigendom van zijn
erfgenamen, in gebruik. Een andere oplossing zal er niet geweest zijn. Na korte tijd vinden
gemeente en kerk elkaar evenwel in een overeenkomst, waarbij de kerk een stuk grond aan
de noordwestelijke rand van het kerkhof aan de gemeente afstaat tegen betaling van - een
min of meer symbolisch - jaarlijks bedrag van 2,—. De kerk blijft dus de eigendom van
de grond, waarop in 1828 een school wordt gebouwd, behouden. Voor de financiering van
de bouw verstrekt de kerk de gemeente een geldlening van 327,60 tegen een rente van
5% per jaar. De aflossing vindt plaats in 1838.(41)
Het is een school - 16 meter lang, 8 meter breed en (in het lokaal) 4 meter hoog - die
volledig aan de eisen van de tijd voldoet. Het feit dat hij op het in gebruik zijnde kerkhof
staat en de begraving van lijken, gezien het grote gebrek aan ruimte hiervoor, af en toe tot
op enkele meters afstand plaats vindt, doet geen afbreuk aan de vreugde.(42)
2 Januari 1829 is een heuglijke dag: "de plegtige inwijding" vindt onder klokgelui plaats.
"Aan de kinderen wordt in de nieuwe school, onder toezigt der onderwijzers, eenige
ververschingen toegediend.
Men verwacht van al het voorgaande een gunstigen invloed op ouders, kinderen en
onderwijzer".(43) (Voor het verslag van de inwijding zie bijlage 4)
Hendrik Sluijters is ongetwijfeld een bijzondere man geweest, een man van uitersten. We
leren hem kennen als snel en accuraat, scherp van verstand, bedreven in woord en
geschrift. Maar ook als opvliegend, uitdagend, onberekenbaar en onwillig. Gedurende de
periode van zijn onderwijzersloopbaan in Kapelle zullen het deze negatieve
karaktereigenschappen geweest zijn, die uiteindelijk het beeld meer en meer zijn gaan
bepalen en zijn verdwijnen in de vergetelheid hebben bespoedigd. Opmerkelijk in dit
verband is hetgeen we bij Nagtglas over hem lezen: "Een goede bekende van Sluijters
schreef mij, dat hij wel enkele regels kon geven over zijne groote bekwaamheden op
verschillend gebied, maar vellen zou kunnen volschrijven over zijne minder loffelijke
eigenschappen. Het is dan ook treurig met dien man afgeloopen".(44)
Zijn start in Kapelle is hoopgevend. Na een korte aanlooptijd staat er vanaf 1829 een
gloednieuwe school tot zijn beschikking. Over de inrichting en de leermiddelen in de
school op het moment van ingebruikneming hebben wij geen concrete informatie, maar
ook deze aspecten zullen in orde geweest zijn. Het is niet aannemelijk dat er in de oude
school van wijlen meester Staal iets van waarde is geweest dat door de gemeente is
overgenomen. De woorden van de schoolopziener mr. J.C. van der Meer Mohr, gesproken
bij de ingebruikneming van de nieuwe school: "Door Uwen ijver, door Uwe geschiktheid
voor het onderwijs, moeten vooral de ouders, voogden en arm-bestuurders aangemoedigd
worden, hunne kinderen in de school te zenden", zullen de reële situatie hebben
weergegeven.
Het verschil was ook wel erg groot. De oude meester Staal, één van de laatste
schoolmeesters zonder rang, "onkundig" zoals deze in het vakjargon meestal genoemd
werden, versus de jonge, energieke onderwijzer Sluijters, goed op de hoogte van de stand
van zaken in de opleiding voor onderwijzers en in alle aspecten van het lesgeven. Volop
in ontwikkeling nog, want op 29 juli 1830 zou hij in een examen voor de commissie van
onderwijs de tweede rang behalen.(45) Dit was een belangrijke mijlpaal, want de tweede
rang gaf in feite aan dat een onderwijzer die aan de eisen hiervoor voldeed, zelfstandig een
71