HET OBITUARIUM VAN MONSTER; ANALYSE VAN EEN BRON 31. Grijpink, Register op de parochiën9, 15, 125 (afd. Walcheren). 32. Fol. 3v (maart 11): ut retrofol. llv (28 maart), ut habetur i'etro in registw, fol. 33r (18 november): ut in fine registri istius. 33. Huyghebaert, Les documents nécrologiques, 35, 36. 34. Génicot, Source mal connue, 67. 35. Bijvoorbeeld fol. 24v (september 17): "(...)obiit Elizabet 1439 tempore pestis' en fol. 25v (september 23): 'Obierunt omnis tempore pestis subito 1439'. 36. Fol. 40v (1518): Ttem in 't jaer ond heren dusent vijfhondert ende achtiene beghont hier zeer te stoerfven omtrent inganghen ouyst besonderlinghe in den Sack ende bovenal in Wolfersdorp(...)' 37. Deze toponiemen komen overal voor in het obituarium, onder andere in de posten van januari 3 en 4, maart 2 en 7, mei 20, juni 4, augustus 3, september 8, 9, 21 en 28, november 12 en 19. 38. vOostrate' fol. 8r (april 21) en fol. llv (mei 26), 'Weststrate' fol. 32r (november 5), 'Marctveld' fol. 21v (augustus 26) en 'Zuidstege' fol. 27r (oktober 4). 39. Fol. 45r( 1523 mei 12). 40. Het betreft de altaren gewijd aan S. Anthonis, S. Joris, S. Sebastiaan, S. Katherine, S, Barbara, S. Pieter, O.L. Vrouwe alsmede het Gasthuisaltaar. 41. Het betreft het S. Anthonisgilde, S. Comelisgilde. S. Sebastiaangilde, S. Katherinegilde, S. Barbaragilde, S. Pietergilde en het O.L. Vrouwegilde. 42. Fol. 50v( 1506). 43. Fol. 50v( 1507). 44. Fol. 50v( 1508). 45. Fol. 50v( 1505). 46. Fol. 50v (1509). 47. Fol. 50v (1509). 48. Fol. 40v (1488 augustus 11). 49. Fol. 43r. 50. Fol 48r. Ook in 1508 (fol. 43v) v(---)inclien dat die kercke van Monster verginge(...)' en in februari 1511 (fol. 44r) X--)ende waer 't dat die kerke verginghe(...)' 51Fol. 47r 1528 december 26) 52. Fol. 37v (december 20). 53. RAZeeland, Rekenkamer Bourgondisch Oostenrijkse periode, inventaris Fruin, 1753. Ook de volgende citaten zijn aan dit inventarisnummer ontleend. 54. GAWaasmunster, Kerkarchief Waasmunster, 23 NBoek der jaargetijden, met de uitdeling en diensten in kalendervorm, 2e helft vijftiende eeuw. 55. Van Heel, 'Na 500 jaar', 21, die als eerste aandacht aan het obituarium heeft besteed. Literatuur. C. Dekker, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen. Van Gorcum's Historische Bibliotheek, Nr. 87, Assen, 1971. L. Génicot, Une source mal connue de revenus paroissiaux: les rentes obituares. L'exemple de Frizet, Université de Louvain, Recueil de traveaux d'Histoire et de Philologie, Louvain, 1980. PM. Grijpink, Register op de parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars zooals die voorkomen in de middeleeuwse rekeningen van den ojficiaal der aartsdiakens van den Utrechtschen dom, I, Amsterdam, 1914. C. van Heel, vNa 500 jaar weer terecht. Het necrologium van Monster, geschreven op 11 november 1470', in Zeeuws Tijdschrift 197121 -23. N. Huyghebaert, Les documents nécrologiques, Typologie des sources du Moyen-Age occidental, Turnhout, 1972. J.L. Lemaitre, Les documents nécrologiques, Typologie des sources du Moyen-Age occidental, Turnhout, 1985. N.B. Het obituarium van Monster (R.A. Zeeland, aanwinsten 1970.87) is niet gepagineerd of gefolieerd. We geven een foliering aan beginnende op de eerste bladzijde van het kalendergedeelte. Waar in de noten slechts van een folio-nummer sprake is, wordt verwezen naar het obituarium. 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1998 | | pagina 117