A.J. VAN DISSEL gebouwtje" met dikke cement-pleisterlaag bedekt en hadden de zandstenen versieringen hun zuivere vorm geheel verloren onder een herhaaldelijk aangebrachte verflaag. Mulder herinnerde zich het "vischhuijsje" nog zoals hij in antwoord op deze brief schreef. Samen met de gemeentearchitect F.G.C. Rothuizen had hij dit bekeken toen hij in Goes was om de restauratie te bespreken van de kerk te Kloetinge. Mulder maakte zelfs een klein schetsje in de marge van zijn brief, maar omdat dit uit het hoofd gebeurde slopen in deze weergave en de toelichting erbij een paar onjuistheden. Zo meende de rijksarchitect dat het gebouwtje zeshoekig was en dat het dak, dat toen reeds met zink was gedekt, bekroond werd door een loden zeemeermin. Zonder twijfel speelde de dikke verflaag hem parten bij het beoordelen van het materiaal. Aangezien Rothuizen geen kans zag de muren van hun pleisterlaag te ontdoen, besloot men het hele huisje af te breken en opnieuw op te bouwen met handgevormde steentjes van hetzelfde formaat als de oude steentjes, een andere oplossing bleek niet mogelijk omdat de oude muren in slechte staat vereerden en bovendien ruw waren gemaakt om de cementlaag goed te laten hechten. Van de mogelijkheid om een halve steen af te kloven werd eveneens afgezien wegens de geringe zwaarte van de muren. Om toch weer een authentiek visperk te krijgen maakte men "eene nauwkeurige opname, zoodat de wederopbouw zou plaats hebben zoals eertijds was". De bestaande planken deur werd echter verwijderd en vervangen door een nieuw deurtje met enig snijwerk in late Lodewijk XIV stijl, dat volgens Mulder beter paste bij het bestaande kozijn uit 1745. Daarmede verdween ook de oude beschildering met het zandlopermotief, dat ongetwijfeld in de Goese kleuren rood en wit was geschilderd. Hetzelfde patroon was aangebracht op het luikje aan de andere zijde, dat nu evenals het deurtje donkergroen is. Mulder twijfelde niet aan een goed resultaat en inderdaad werd deze restauratie zorgvuldig uitgevoerd. Toch ontkwam men er ook niet aan de geschiedenis naar eigen hand te zetten. Zo valt het te betreuren dat het met klinkers bestrate perkje moest wijken voor een moderne bestrating met machinaal vervaardigde baksteen en betonnen banden langs de zijden. De losse houten banken langs de ijzeren leuningen verdwenen en in het midden van het perkje bracht men een gecementeerde visbank aan. Sedert met het verdwijnen van de zeemeermin weer stemmen opgaan het visperk te restaureren zal men deze fout hopelijk herstellen en het geroofde beeldje vervangen, zoals de gemeente Goes opnieuw, zoals in 1912 in haar notulen kan laten opnemen: "Het geheel ziet er thans in zijn karakteristieke vorm en uiterlijk weder aardig uit".20' De geroofde zeemeermin is inmiddels vervangen door een nieuw exemplaar van de hand van de Middelburgse beeldhouwer Peter de Jong en tijdens de Kadefeesten van 1983 is de nieuwe zeemeermin onthuld.2" 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1998 | | pagina 38