T.H. VON DER DUNK
majoorswoning en aanbehoren al zover was gevorderd, dat de zolderbalken waren
aangebracht. Met het oog op de komende winter had hij na inspectie ter plekke een
provisorische afdekking aan laten brengen. Eigenlijk had het werk nu echter al voltooid
moeten zijn, maar men had enige vertraging opgelopen wegens verlate leverantie van de
benodigde bakstenen en de langdurige regen, waardoor het fort een tijd lang in één grote
modderpoel was veranderd. Ook had de halve burgeroorlog die de afgelopen zomer in de
Republiek had gewoed, en pas in september met de Pruisische inval in de nederlaag van de
Patriotten was geëindigd, ervoor gezorgd, dat er geen arbeiders in Vlaanderen aangezocht
hadden kunnen worden, "welke arbeyders, tot waarneeming van hunnen Roomschen
godsdienst zig [bovendien] des zaturdags reeds vroegtydig absenteeren, en dikwils niet
voor s'maandags namiddags te rug komen, t'welke doorgaans een verlet maakt van twee
dagen per week, en welk verlet by tusschenkoomende Roomsche Feestdagen dan nog eens
plaats heeft". Daarbij was dan nog eens gekomen "dat de irreguliere en tumultuaire
beweegingen en handelwyze welke zederd zoo geruime tyd in de provincie van Zeeland
heeft plaats gehad en waar door alle goede order en gezag over het gemeen en de
ambagtslieden heeft stil gestaan, ook van zodanigen invloed op deeze arbeyders is geweest
dat door hun drink-partyen dikwils willekeurig is verlet; en doorgaans geen werk als na
gewoonte door hun is verrigt of niets van aanbelang uitgevoerd; het geene den Ingenieur
en aannemers geduldig hebben moeten aanzien, zonder zig daar tegens te konnen of
te durven verzetten". Alleen het kruidmagazijn, dat bij een andere aannemer was
aanbesteed, was zodoende binnen de vastgestelde termijn gereed45'.
Fort Bath, gezien vanaf de Westerschelde.
Tekening van G.J. de Keyser, 1803. RAZ. Zelandia Illustrata 11-1635.
46