DE STICHTING VAN HET FORT EN DE KERK VAN BATH werkt, "alzoo het anderzints te verwagten zoude zijn, dat met het overkoomen van inwooners en het aanbouwen van huizen eenige merkelijke vordering zal worden gemaakt". Gezien het feit dat het zinloos was om te wachten tot misschien pogingen om de Raad van State tot bouw op haar kosten te bewegen succes zouden opleveren, en ook de feitelijke realisatie van een aanbouw op rekening van de Staten, indien daartoe nu eindelijk eens besloten werd, nog wel even op zich zou laten wachten, adviseert de commissie, en met haar dan het college van Gecommiteerde Raden, om in elk geval alvast een predikant aan te stellen en in het gebouw van de Admiraliteit tijdelijk ten zijnen dienste een bedehuis in te richten. Te hóóg kunnen de kosten daarvan niet zijn, omdat men in Bath immers met één predikant kan volstaan, waar er voorheen met Lillo en Liefkenshoek in totaal twee op de begroting hadden gedrukt76'. De raadpensionaris adviseert daarop 25 juni 1790 positief, eraan toevoegende dat Gecommitteerde Raden tevens gelast zouden moeten worden "nader derzei ver gedagten te laaten gaan omtrent den Opbouw van een Kerk, en ingevalle het accres van Inwooners in het Fort, of andere redenen dit in tyd en wylen meer noodzaakelyk maakte, als dan de noodige bestekken, benevens eene beraming der kosten te laaten opmaaken", zonder dat dit de Staten van Zeeland zou moeten doen afzien "om telkens by bekwaame gelegenheid by den Raad van Staate, op den Opbouw van een Kerk, ten koste van de Generaliteit, te insteeren",7) - een idee-fixe waaraan men nog even vast zou houden. De Staten hebben ettelijke zittingen nodig, alvorens tot een besluit te komen, want het duurt even, voor alle gedeputeerden van de diverse steden hun achterban hebben geraadpleegd. Van Lijnden is namens stadhouder Willem V al snel accoord, evenals de stad Goes; Middelburg, Tholen en Vlissingen geven hun fiat de bijeenkomst daarop, Veere volgt weer een zitting later, en tenslotte als hekkesluiter ook Zierikzee op 26 juli. Dat de instructies van haar magistraat zo lang op zich lieten wachten, werd door haar afvaardiging toegeschreven aan het stormachtige weer, en de andere steden waren daarom met een uitstel van enkele dagen accoord gegaan. Aan Gecommitteerde Raden wordt nu opgedragen om voor een dominee en diens werkplek te zorgen, alsmede over de toekomstige opbouw van een volwaardige kerk na te denken en als de tijd daar is daarvoor een bouwplan op te laten maken78'. De tijd is niet al te snel daar. De Commissie tot de Fortificatiën beperkt zich vooreerst tot de aanstelling van een kerkeraad, de beroeping van een predikant, het inrichten van een provisorische plaats voor de eredienst, alsmede het plaatsen van een advertentie voor een arts. Op 3 december 1790 vallen daartoe in Gecommitteerde Raden de nodige beslissingen. Zolang er nog geen aparte pastorie is, zal daarvoor een leegstaand officierspaviljoen worden benut. De benodigde kerkzaal kan het beste, als de eigenaar accoord gaat, voorlopig in een ruimte van het pakhuis van de Admiraliteit worden ingericht; de opvolger van Kayser als landsfabriek. Abraham Voerman, heeft er een ontwerp voor gemaakt - omdat men nog over het ameublement van Lillo beschikt, is men voor 42 Vlaams klaar, de aankoop van vijfentwintig nieuwe en het repareren van evenzovele oude stoelen inbegrepen79'. De Admiraliteit van Zeeland wordt daarop voor bruikleen benaderd, met de belofte dat zij het direct weer in oude staat terugkrijgt als men het niet meer nodig heeft, en in de tussentijd voor de opslag van haar goederen zo vaak als nodig van 's lands magazijnen ter plekke gebruik zal mogen maken. De Admiraliteit gaat snel accoord801, zodat er reeds op 13 februari 1791 de eerste dienst kan worden gehouden8". Wat de uiteindelijke kerk bouw betreft, heeft de Commissie tot de Fortificatiën nog geen 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1998 | | pagina 55