IJSVERMAAK
Ongenugten Vrij", waar men in de gelukkige omstandigheid verkeerde "zich met Wijn,
Punch, Rhum en Grok te kunnen gerieven". "Waarlijk, een echt volksfeest!" eindigt hij
schamper.361 Het schaatsevenement dat enige dagen later plaatsvond en waar wel minder
bedeelden deelnamen, krijgt in dezelfde krant een veel betere pers. Een bijzondere vorm
van sportjournalistiek verschijnt in de Nieuwe Goessche Courant van 20 januari 1876.
Naar aanleiding van een schaatsevenement op de Westvest verschijnt een "losse schets
naar aanleiding eener hardrijderij op schaatsen".
Het is een soort oproep aan alle jongens van Jan de Witt om moedig en met
doorzettingsvermogen om de prijzen te schaatsen. Onder het motto: "Met rappe hand, En
goeden moed. Gaat alles goed!", wordt iedereen aangespoord zijn best te doen om later in
het leven evenzo te slagen. "Vooruit dan, jongens niet gedraald, ferm er op los!
De levensbaan is lang zo vlak niet als de ijsbaan en gij moet voor u zeiven haar vegen",
besluit het stuk."37'
10. Conclusie.
Sport, vermaak of bedeling? luidt de sub-titel van dit artikel. Als we de beschreven
periode, het laatste kwart van de negentiende eeuw, overzien moeten we tot de conclusie
komen, dat van deze trits de bedeling, de liefdadigheid, erg op de voorgrond trad.
Zowel de doelstelling, verwoordt in artikel 1.2 van het reglement, als de uitvoering ervan,
laat geen twijfel over: het organiseren van evenementen voor minvermogende kinderen
stond steeds voorop. De liefdadigheidszin ging zover dat in 1883 zelfs werd gediscussieerd
over een voorstel om geld uit de kas te geven aan de "Oeconomische Spijsuitdeling", een
liefdadigheidsvereniging in de stad. Maar zover kwam het niet, het schaatsen bleef de
hoofdzaak.38'
Sport en vermaak kwamen zodoende op de tweede plaats. Wel trachtte men een
wedstrijdelement in te bouwen. Men reed tenslotte om prijzen, al was dat maar bijzaak.
Dit alles is zeer wel te begrijpen; er was veel armoede en van sociale voorzieningen was
nog nauwelijks sprake. Iedereen vorm van armenzorg was welkom. Daarnaast was er in
die tijd nog geen sprake van enige sporttraditie. Als men al iets aan sport deed, dan was
dat recreatief of als vorm bedeling van minvermogenden. Toch mag men de oprichters van
verenigingen als Volksvermaken en Ijsvermaak prijzen, omdat zij er in geslaagd zijn een
eeuwenoud volksvermaak als schaatsenrijden in te bedden in een georganiseerd verband
van een vereniging en daarmee meer dan een eeuw succes hebben geoogst.
Tenslotte nog dit:
De Vereeniging Ijsvermaak, die in 1990 was opgeheven, is in begin 1998 inderdaad
heropgericht. Het nieuwe bestuur is van plan een oude traditie voort te zetten. Maar dan
geen bedeling meer, wel sport en vermaak.
73