A. MACKOR
wens van die burgers om hun huizen met kunstvoorwerpen te verfraaien en aldus hun
macht en welvaart te tonen. Volgens Carel van Mander. die de Nederlandse schilderkunst
in zijn „Het Schilder-Boeck" (1604) heeft beschreven, moeten er in Zeeland vele
schilderijen van Marinus in omloop zijn geweest. Ik ken daarvan ook twee voorbeelden:
Melchior Wyntgens, muntmeester van Zeeland, had tegen 1600 in zijn Middelburgse
kantoor een Belastinginner hangen. Onlangs kwam in Goes uit een notarisarchief van 1576
een legaat tevoorschijn van de weduwe van Joachim Cornelis Danielsz., eerst schepen in
Reymerswale en na 1535 secretaris van Sint Maartensdijk, die een (Onrechtvaardige)
Rentmeester bezat, een bekend tafereel, dat beschreven is in Lucas 16:1-9. Zo'n (dit?)
schilderij van Marinus hangt nu in Wenen (Kunsthistorisches Museum). De vader van
Joachim was Cornelis Danielszoon, een zeer vooraanstaande Reymerswaler. wiens naam
genoemd wordt op Marinus'schilderijen in Londen en Parijs en die volgens mijn
informatie stierf in augustus 1530. Daarmee bleef hem in ieder geval de Sint Felixvloed
van 5 november 1530 bespaard, die grote delen van Zuid-Beveland (en Noord-Beveland)
onder water zette en ook de stad Reymerswale zwaar trof.
Echter wil ik eerst een stukje kunstgeschiedenis beschrijven, zodat u beter begrijpt,
waarom ik aan het onderzoeksthema: Marinus, zijn werk en zijn omgeving, begonnen
ben.31 De schilderijen van Marinus onderscheiden zich van veel ander werk op twee
manieren: door zijn kleurige en expressieve stijl van de uitdrukking van gelaat en handen
en voor mij nog meer door de weergave van gedeeltes van documenten met vaak goed
leesbare teksten en van andere archiefvoorwerpen op zijn schilderijen. Vooral die
documenten, die rechtstreeks overgenomen (b)lijken te zijn van de originelen, maken zijn
schilderijen zo apart en voor mij boeiend. Deze documenten zijn vooral aanwezig op zijn
wereldse (seculiere) onderwerpen, zoals Twee belastinginners. De belastinginner en zijn
vrouw of Het advocatenkabinet of sommige voorstellingen uit het Nieuwe Testament met
een half-religieuze, half wereldse uitbeelding: De roeping van Matheus of de
bovengenoemde Onrechtvaardige rentmeester.'"
Deze teksten zijn uniek in hun inhoud', fragmentarische, maar gedetailleerde weergave van
namen en zaken, bijna altijd betrekking hebbend op Reymerswale. Ik wil ze gebruiken
voor een identificatie van Marinus' oeuvre, naast de bestaande kunsthistorische criteria,
waarover nogal eens verschil van inzicht bestaat.
Voor deze publikatie is het thema van Het advocatenkabinet wel zeer toepasselijk, omdat
veel van wat ik ga beschrijven, daaruit is afgeleid, zie Afbeelding 1. Maar ook de andere
schilderijen met de genoemde seculiere thema's bevatten belangrijke informatie, die
vooral betrekking heeft op personen en zaken uit het oude Reymerswale. Zo heb ik een
tiental personen geïdentificeerd, die in die teksten voorkomen, met hun plaats in de
Reymerswaalse samenleving: naast de schepen en burgemeester (1514, 1527-1529)
Cornelis Danielsz. en Cornelis vander Mare, waarover ik het dadelijk ga hebben, heb ik
gevonden: Joost Jan Jacobsz., stadssecretaris (1515-1520) en schepen (1529-1539) en op
hetzelfde maatschappelijke niveau: Jan Adriaensz. Voxen (schepen 1513, 1528-1530) en
zijn zuster Mariken Adriaensdochter, getrouwd met schepen en burgemeester Willem
Debbouts (periode 1519-1535), Machiel Claeszoon (schepen en burgemeester 1519-1541),
een Jan van Campe, mogelijk de vader van schepen (1539-1543) Adriaen Jans Campe en
familie van andere vooraanstaande Reymerswaalse Van Campe(n)'s. Wellicht minder
vooraanstaand waren de stadsbode (1534-1538; document door Marinus gedateerd 1534)
78