SLAZ sari ka göth boekhandel 1 door: WILLY VAN MEEGEN VROUWEN IN DE KUNST SaRIKA GÖTH (88):Ik hóóp dat ik van deze tijd ben." k. FEM >.21 Als het gesprek over haarzelf of haar werk gaat, wil zij het steeds een andere wending geven. Men moet maar gewoon rjaar haar werk kijken, dat zegt genoeg. Zij praat graag over haar vader, die zij erg be wonderd heeft en over vrienden van vroeger. Zij bewaart alles wat haar aan hen herinnert. Zij bewaart ook voorwerpen die model hebben gestaan voor schilderijen. Bij elk verhaal kan zij een "relikwie" laten zien. Soms lukt het haar werk van haar vader of eigen vroeg werk terug te kopen. Zij was gelukkig een portretje terug te krijgen dat haar vader van haar gemaakt had, op de achterkant van een sigarenkistje. Het por tretje dateert van de tijd dat het gezin Göth België uitgestuurd werd en in Domburg terecht kwam, in 1914. Sommige werken is zij op wonderlijke wijze weer op het spoor gekomen. Zo zag zij in een tijdschrift een foto van een interieur (het artikel heeft zij natuurlijk ook bewaard), met aan de wand een van haar portret ten. Toen -jaren later- de boedel van de eigenaresse van dat interieur geveild werd, kon ze het stuk eindelijk kopen. De zich uitbreidende verzameling werk van haar en haar vader zal ondergebracht word en in een stichting, die exposities zal gaan verzorgen, met name in Hongarije. Sarika Göth is niet van plan met schilderen te stoppen. Haar mooiste werk zal altijd het volgende zijn. Op haar verzoek vindt ons gesprek in de ochtend plaats: het licht in haar kamer is dan beter voor de schil derijen. Het is een zonnige dag in augustus en de haring en ijs etende toeristen die voor haar huis in Veere heen en weer drentelen, vormen een merkwaardige tegenstelling met de ingetogen, verstilde sfeer bin nen. Donkere tinten, antiek meubilair en veel schilderijen bepalen die sfeer. Schilderijen van haarzelf en van haar vader Maurice Göth. Sórika Göth is 88 jaar. Zij heeft een niet alledaags leven achter de rug: zij is zeer bereisd en zeer belezen, spreekt zes talen en verbleef in achtenswaardige artistieke kringen. Zij is uit een Hongaars schildersechtpaar geboren en woont sinds de Eerste Wereldoorlog in Nederland. Maar zij is niet Hongaars en niet Neder lands: zij is veleer "Europees". De verhalen uit haar leven spelen zich af in Boedapest, Londen, Florence, Parijs, Beieren, München, Bretagne, De Panne en Wenen. Als meisje kreeg zij aanwijzingen voor haar werk van huis vriend Jan Toorop; haar opleiding kreeg zij bij Jo Koster, vervolgens aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten, bij Hans Hofmann in München en bij André Lhote in Parijs. Nog steeds is zij niet aan huis gebonden, 's Winters verwisselt zij haar Veerse huis voor een flat in Amsterdam. Daar neemt zij de gelegenheid te baat om musea en exposities te bezoeken. Voor de komende winter staan in ieder ge val de schetsboeken van Cézanne op het programma: haar meest geliefde schilder. Andere geliefde schilders zijn Van Gogh en Gaugain. De ontwikkeling van de kunst van deze tijd volgt ze ook. Hoe ze daar tegenover staat? "Ik hoop dat ik zelf van deze tijd ben." De laatste keer dat haar werk geëxposeerd werd, was in 1987, op Schiphol. Sarika Göth is vooral bekend geworden door haar kinderportretten. Na een expositie in het Stedelijk Mu seum van Amsterdam in 1924, waar haar portretten van de kinderen van de Londense familie Kessler te zien wa-ren, regende het opdrachten. Zij schildert geen kinderportretten meer. Het is erg tijdrovend en zij heeft niet zoveel tijd meer. Een van haar meest geliefde onderwerpen is haar tuin in Veere. De tuin leeft en gaat dood, steeds opnieuw; steeds is hij anders. En steeds opnieuw raak je kwijt hoe het was. Met haar schilderijen probeert ze dat vast te leggen. Als ze tuinschilderijen van tien jaar geleden naast die van nu legt, is te zien hoe haar kleurgebruik in de loop der jaren veranderd is: nu gebruikt ze veel meer geel, meer heldere, lichte kleuren. Naast schilderijen en montypes, maakt ze collages, waarin ze vaak ook druktechnieken verwerkt. Enige collages tonend, zegt ze (verdedigend?): "Picasso en Braque maakten ook collages" en vertelt een anekdote over een vrouw die haar man ervan wilde weerhouden een collage van haar te kopen door achter haar hand is geplakt hoor" tegen hem te fluisteren. "Net of iedereen dat kan". Uit de collages spreekt een sprookjesachtige sfeer. Opvallend zijn de vogels en bomen die steeds terugkeren: zwart te gen een ge-kleurde achtergrond. De tuin, vogels, bomen, voorwerpen in huis, heel gewone dagelijkse dingen, dat zijn de onderwerpen die zij meestal kiest. Onderwerpen die zij niet om zichzelf belangrijk vindt. Het is haar om schoonheid te doen, en die hoef je niet in het verhevene te zoeken. Zij zou niet kunnen vertellen waarom ze zo schildert als ze doet, het is een gevoel en een weten waar zij gevolg aan geeft. Zij heeft lang naar haar eigen vorm ge zocht, niet in het minst door de zeer verschillende visies van haar leermeesters. “Dat ik zo oud moest word en om daar achter te komen." Zij zegt geen ideeën met haar werk te willen uitdragen. Op het eerste gezicht schildert zij inderdaad als een toeschouwer en niet om uitdrukking te geven aan een gevoel of gedachte. Maar vooral bij hét zien van haar abstractere werk, zoals een bijzonder mooie monotype van een dood meisje, lijkt dat toch schijn. Bepaalde voorvallen hebben bij haar de overtuiging post doen vatten dat niets in het leven toevallig is: zij ziet een samenhang in de dingen. Aan belangrijke gebeurtenissen gaat vaak een voorbode vooraf: soms in de vorm van een droom, soms op andere wijze. Toen zij, vlak na zijn dood, het graf van Arthur van Schendel bezocht en tot haar verrassing bemerkte, dat het graf gelegen was naast dat van haar eigen vader, kwam haar dat dan ook niet als een wonderlijk toeval voor. Het was bijna vanzelfsprekend dat de twee belangrijkste mannen in haar leven, haar vader en haar beste vriend, een graf naast elkaar gevon den hadden. De Stichting Literaire Activiteiten Zeeland (i.o.) verzorgt literaire en literair-historische bijeenkomsten sinds het voorjaar van 1987. Na anderhalf seizoen heeft de naam SLAZ binnen het cultureel klimaat in Zeeland een ver trouwde klank gekregen. Er blijkt een ruime belangstell ing te zijn voor een regelmatige cyclus van kwalitatief hoogwaardige culturele activiteiten. In de stichting (nog steeds i.o.) werken samen de Ho geschool Rotterdam, in casu de Zeeuwse afdeling van de Nutsacademle, het Zeeuws Kunstenaarscen trum, Boekhandel Fanoy en de Zeeuwse Bibliotheek. Ook in het nieuwe seizoen hoopt de stichting aan te tonen dat het noodzakelijk Is in het Zeeuwse regel matig cultuur-historische achtergronden te belichten. Daarbij wordt wel gestreefd naar een grote diversit eit in het aanbod. Enkele hoogtepunten uit het recente verleden: - een literaire dag voor de jeugd met o.a. Karei Eykman, Wim Hofman, Midas Dekkers - een 'light verse' -avond met o.a. Nico Scheepmaker, drs. P, Kees Stip en Jean Pierre Rawie - een avond met Karel van het Reve over Poesjkin en Toergenjev - een avond met Annie Cohen - Solal, de biografe van Sartre - avonden, waarop de hoogleraren Herman Pley, Ton Anbeek en Jaap Goedegebuure verschillende aspecten van resp. middeleeuwse en moderne literatuur belichtten - filmavonden met films n.a.v. het werk van W.F. Hermans Voor het seizoen 1988/89 zijn de volgende avonden al vastgelegd: bMiep Diekman en Marlieke Wersch geven toelichting bij hun project 'Hoe schilder hoe wilder' (27 okto- - Adriaan van Dis als auteur (15 november)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ietstelezen | 1988 | | pagina 12