Van de commissiën uit het genootschap heb ik alleen
te vernieldendat diewelke het bestuur uitmaakt van
het departement Middelburg van het instituut voor doof
stommen te Groningendoor den dood van den heer mr.
A. P. van Deinsk een verdienstelijk lid heeft verloren
in zijne plaats werd gekozen de heer P. M. de Ligny,
die de functie van secretaris heeft op zich genomen
zoodat deze commissie thans bestaat uit genoemden heer
met de heeren dr A. A. Fokker, voorzitter, en mr. N.
C. Lambrechtsen van Ritthem.
De commissie tot het doen van meteorologische waar
nemingen op den oceaan, welke ten jare 1856 door de
tusschenkomst van het genootschap in het leven werd ge
roepen is na het vertrek en dien ten gevolge verleend
ontslag van den heer L. Janse Bz. niet meer aangevuld;
van de ten haren behoeve door het genootschap aange
kochte physische instrumenten, zijn de psychrometer en
ariometer aan de rijks hoogere burgerschool in bruikleen
afgestaanterwijl de barometer van Olland naar dit
lokaal is overgebragt.
De Marnix-commissie heeft zich in de maand October
van het vorige jaarin overeenstemming met het be
stuur geconstitueerd.
Bij de leesinrigting van wetenschappelijke tijdschriften,
m den aanvang van het jaar 1860 aan het genootschap
verbonden, liggen thans ter tafel drie engelschetwee
duitsche, drie fransche en twaalf nederlandsche maand
werken voor het grootste gedeelte door het genootschap
aangeschaft of door de welwillendheid van enkele leden
daar ter lezing nêdergelegd. De brochures van den dag
over vraagstukken van wetenschappelijken aard zijn er ook
veelal voorhanden.
Behalve de directeuren en leden-directeurendie aan
hunne betrekking tot het genootschap de bevoegdheid
ontleenen om aan de leesinrigting deel te nemenzijn
slechts een tiental leden tot haar toegetreden.
Wenschelijk ware hetdat daarvan meer algemeen ge
bruikt werd gemaakt. De geringe jaarlijksche contributie
van vijf gulden zal wel voor velen geen bezwaar zijn.
Eene betere inrigtingzoo wat de comfort en gezelligheid
van het lokaalals wat de tijdschriften zelve betreft
waarbij men ook gaarne eenige nieuwspapieren zoude ge
voegd zienzal eerst dan mogelijk wezen als het
voor de leesinrigting bestemde, afzonderlijke fonds door
meerdere bijdragen van de leden, wien daarvoor eene
goede, aangename en schier onmisbare lektuur wordt ver
schaft de daartoe benoodigde uitgaven zal kunnen lijden.
De gewone maandelijksche winter-vergaderingen hebben
geregeld plaats gehad en leverden ook. wederom in de
beide laatst verloopen jarendoor de goede opkomst van
directeuren en leden het verblijdend bewijs van hunne
belangstelling in het genootschap en zijne werkzaamheden.
In de maand December van het jaar 1863 vervulde
mr. A. F. Sifflé de spreekbeurt met eene voorlezing,
houdende opmerkingen naar aanleiding der inwijdingsrede
van jhr. B. H. C. K. van der Wijck b'vj de aanvaar-
26
27