30
Maar onze instelling, zoo oud, is daarom toch niet
verouderd. Met nog jeugdige krachten streeft zij voort
op de baan, al een eeuw te voren afgebakend.
Den alleen wijzen God op het hoogst te verheerlijken
het gansche menschdomen voornamelijk den landgenoo-
tenvoordeelig te zijn en allerlei nuttige kunsten en we
tenschappen voort te planten" dit was het doel, dat
onze vaderen bij de oprigting van het genootschap zich
voor oogen hebben gesteld.
Mogen nu al met den geest des tijds ook de eischen
der wetenschap zijn veranderd en hare grenzen aanmerke
lijk uitgebreid zijntoch ligt er nog veel goeds en ter
behartiging waardig in die woorden, waarin het eerste
artikel is vervat van onze grondwettot wier naleving
wij nog zijn gehouden en onder welke het Zeeuwsch ge
nootschap getrouw aan zijne leuze,/JSon sordent in undis"
zich zoolang met roem heeft staande gehouden en den
goeden naam heeft verworvendien het thans aan ons is
te handhaven en te bewaren.
Na het voorlezen van dit verslag deelt de voorzitter
mede, dat sedert de laatste algemeene vergadering aan
het genootschap geene werken zijn ingezonden wier schrij
vers verlangen te dingen naar de gouden medaille, uitge
loofd bij besluit der algemeene vergadering van 25 April 1860.
Op voorstel van het bestuur wordt besloten voortaan
geen prijsmedaille meer uit te loven.
31
Eindelijk heeft de vergadering tot leden benoemd de
heeren prof. D. Bierens de Haan, te Leiden; prof. W.
G. Brill, te Utrecht; P. Caland te Delft; M. F. A.
G. Campbell, te 's Gravenhage; prof. G. J. Loncq, CJz.
te Utrecht; prof. W. Moll, te Amsterdam; dr. F. Seel-
heim te Middelburgjhr. J. W. van Sijpesteijn te
's Gravenhage; J. van der Toorn, te Nijmegen; mr. J.
R. Thorbecke te 's Gravenhage prof. S. Vissering te
Leiden; A. Walraven, te Hoek; H. P. Winkelman, te
Vlissingen; dr. J. Zeeman, te Amsterdam en mr, A.E.
Gheldolf te Gent.