34 ken van politieken aardwier beslissing toekomt aan de magtendaartoe gesteld in den staat. Maar wanneer de beoefening der wetenschap znlk eene vereeniging heeft geleid tot eene vaste overtuiging op we tenschappelijk gebieddan zal het haar immers wel ver gund zijndie overtuiging uit te sprekenal moge ver andering in de wetten des rijks daarvan het gewenschte doel zijn? En hoeveel te meer is dit hier het geval, nu de voor name grond waarop het behoud der doodstraf nog wordt verdedigdis de overtuiging van hare noodzakelijkheiddie bij de natie zoude bestaanen de vrees van door de afschaffing van die straf het gevoel van regt bij de natie te kwetsen. Wanneer toch van alle zijden stemmen opgaan om die afschaffing te vragen en die stemmen uitgaan, niet van geheel onkundigenmaar van de zoodanigendie eerst na ernstige studie zich eene overtuiging hebben verwor ven dan zal immers weldra blijkendat die voorname grond, waarop het behoud der straf wordt verdedigd, in Nederland niet meer bestaat en de regtsovertuiging der natie het behoud er van niet verlangt, maar de afschaf fing vordert. Daarom rekenen wij het een pligt en een voorregt voor ieder, die zulk eene overtuiging heeft, deze openbaar te maken; daarom ook wenscht het Zeeuwsch genootschap zijne overtuiging uit te spreken, en wel verre van zich 35 te laten weerhouden door de gedachte dat anderen hierin reeds zijn voorgegaanveeleer de pogingen van deze zoo veel mogelijk te ondersteunen. En bij wienSirezou ons genootschap dit beter en voegzamer kunnen doen, dan bij Uwe Majesteit? Aan U toch is het adresdat wij ondersteunenge- rigt geworden Uw hart wij zijn er van overtuigd verlangt de afschaffing evenzeer als wij. Het zoude eene van de roemrijkste gebeurtenissen Uwer regering zijn als tijdens die regeringdie afschaffingdoor zoo velen tot nu toe te vergeefs gewenschttot stand kwam. De gronden, die er voor pleiten, op nieuw te ont wikkelen komt ons overbodig voor. Zoo dikwijls zijn deze uitééngezet, dat wij slechts zouden kunnen herhalen wat reeds anderen hebben gezegddaarom verklaren wij liever met den inhoud van het adresdat wij nu onder steunen, ons geheel te vereenigen. Uwe. Majesteit vergunne ons alleen daarbij te voegen, dat bij den twijfeldie bij sommigen nog bestaatof de doodstraf al of niet noodzakelijk isdie vraag alleen voor goed zal beslist zijnals de proef daarvan door de opheffing der straf is genomen, en het hier dus alleen geldt de vraag kan die proef, zonder gevaar voor de maatschappijin Nederland genomen worden En als wij dan zienhoe men in andere landenzon der eenige nadeelige gevolgen tot de afschaffing der dood-

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1865 | | pagina 18