£0
D. R. Camphuijzen. Uitbreiding over de psalmen des
profeets Davids enz. gestelt op muzijknoten door Corn,
de Leeuw. Vliss. 1674. 8°.
J. van Vondel. Koning Davids psalmgezangen den
Nederd. toegezongen. Amst. 1657. 8°.
De 150 psalmen Davids in Nederd. dichte gesteld door
Petrum Dathenum. Amst. 1715. 8°.
De 150 psalmen Davids waarin de dichtwijze van Dathenus
behouden is, nevens uitbreiding der gewone lofzangen door
M. Gargon, predikant te Vlissingen. Vliss. 1711. 8°.
Andr. Andmessen predikant te Veere. Aanmerkingen
op de psalmberijming van Petrus Dathenus. Middelb.
en Amst. 1736. 4°.
Juvenalis Glatjcomastix. Datheeniana of ophelderingen
en aanmerkingen over de vermaarde psalmberijming van
Petr. Dathenus (z. pl.) 1758. 4°.
N. J. Krom predikant te Biervliet. Wie zijn de «wetvTsg
van Hand. II, vs. 1. (Overdr. Godgel. bijdragen 1863).
Philips van Marnix heer van St. Aldegonde. De
bijencorf der heilige Roomscher kereke. Utr. G. Bil-
steijn 1648. 8°.
L. Rijssenius. De oude reghtsinnige waerheyt verdon
kert en bedektdoor Descartes Coccejus Wittich
Burman Wolzogen Perizon Groenewegen Allinga
enz. Middelb. J. Meertens (z. j.). 4°.
Johannes Coccejus. De leere van het verbond en tes
tament Godts kort en grondig verklaart. Midd. Jac.
Noenaard 1677. 4°.
A. van Eeghem. Onderwijs in de christelijke gods
dienst. £e. dr. met aant. van G. de Wind. Midd. J.
V. Hoekke 1715. 8°.
£1
Van Hemert. Ger. de Wind (M. D. te Middelburg)
uit zijne verhandeling van Gods algemeene genade ont
maskerd. Midd. M. Schrijver 1730. 8°.
H. G. Smoutius. Een dracht van over de vijfticli me-
niglei schriften die teghen t' pelaghiaensdom geschre
ven zijn. Rott. 1609. 4°.
J. Napeir. Eene duidelijke verclaringhe van de gantsche
openbaringhe Johannes des apostels, door M. Panneel
pred. te Middelburg. Midd. S. Moulert 1600. 4°.
Ontwerp en praeadvies aan de classis van Walcheren
(20 Sept. 1736), over de modus, wijze of maniere om
de vastgestelde uniformiteit in het catechiseren over den
Heidelbergsche catechismus enz. in de scholen en kerken
algemeen in te voeren. 4°.
Herm. Eaukelius (predikant te Middelburg). Babeldat
is verwerringhe der wederdooperen onder malcander enz.
Midd. H. van der Hellen voor G. van de Vivere 1621. 8°.
Jacoblts Koelman. Reformatie noodig omtrent het ge
bruik der formulieren. Vliss. Abr. van Laren 1673. 8°.
P. Wittewrongel. Oeconomia christiana ofte christelijk
huijshoudinghe. Amst. 1662. 4°.
Henr. de Klerck. Onses Heeren Jesn Christi pries-
terl. koningrijk onder 't nieuwe testament. Midd. A.
v. Poulle en G. Horthemels. 1687. 8°.
J. Schoolhouder, pred. te Rijp. Jozef op de zegekoets
des geloofs. Leerrede over Hebr. XIvs. 22. 1715. 4°.
Bern. Sandyk. Kerkrede over Hebr. 13, vs. 7, ter
nagedachtenis van J. de Kempenaarpredikant te 's
Gravenhage. 's Grav. 1726. 4°.
E. van de Putt. Leerrede over 2 Tim. IV, vs. 7, 8,
op het afsterven van ds. Corn. Boott, pred. te Utrecht,
Utr. 1713. 4°.
Gedrukt op blaauw papier te Middelburg bij Bened. Smidt.
De schrijver was Jan Guépin.
De twee bovenstaande werken in één band.