6
Een hunnerjhr. nar. W. C. de Jonge ontviel ons
reeds kort na zijne benoemingbuiten hem hebben wij
sedert onze laatste algemeene vergadering nog het ver
lies te betreuren van de directeuren dr. A. M. Snouck Hur-
gronje en mr. S. baron van Heemstra beiden overleden.
De heer mr. W. O. M. de Jonge van Ellemeet heeft
in 1863 als directeur bedankt, zoodat het genootschap
thans vijf-en-vijftig directeuren telt, welk aantal binnen
kort nog met twee staat vermeerderd te worden, name
lijk met de heeren jhr. F. C. de Casembhoot en J. H.
Paehlig die dezer dagen hebben verzocht mede als di
recteuren te worden aangenomen.
Uit de rij onzer leden zagen wij er velen ons door
den dood ontnomenvan de meesten hoordet gij zoo
even door onzen geachten voorzitter den belangrijken levens
loop schetsenvan allen zult gij zelf u de verdiensten
herinneren als ik u slechts hnnne namen noem te weten
de heeren mr. J. Bake dr. P. Hofman Peerlkamp
Molenaar, mr. N. J. van Eekelen mr. A.P. van
Deinse dr. E. B. Swaluë, H. Bouman, prof.W. Vrolik
dr. J. M. Schrant en dr. R. C. Bakhuizen van den Brink.
Van de te Middelburg woonachtige leden heeft slechts
één, jhr. mr. C. de Jonge, in 1864 den wensch te
kennen gegeven om als lid-directeur te worden aangeno
men, terwijl het lid-directeur dr. H. Polman Krüseman
in December 1863 voor het directeurschap heeft bedankt en
jhr. J. R. T. Ortt in 1864 bij zijn vertrek van bier heeft ver
zocht voortaan alleen als gewoon lid te worden aangemerkt.
7
Met inbegrip der heerendie als leden van het uit
voerend bestuur het radikaal van directeur hebben ge
kregen heeft het genootschap thans tien leden-directeuren.
Van de achttien, in de laatste algemeene vergadering
tot leden benoemdezoo binnen- als buitenslands woon
achtige geleerden hebben wij berigt ontvangendat zij
met genoegen het lidmaatschap hebben aanvaard; slechts
van één hunner, van den heer dr. L. A. te Winkel
te Leidenbleef dit berigt achterwegewij durven ons
echter vleijen, dat ook hem die benoeming aangenaam
zal geweest zijn.
In de gewone vergadering van 5 April jl. werden op
voorstel van het bestuur tot leden benoemd de te Mid
delburg met der woon gevestigde heeren C. Brunings,
dr. C. A. Engelbuegt en dr. C. M. Kan die mede
allen zich deze benoeming hebben laten welgevallen.
Op dit oogenblik heeft het aantal der leden de leden
directeuren medegerekendhet cijfer van twee honderd en
zes bereiktstraks zal de candidatuur van vijftien nieuwe
leden, volgens de in de gewone vergadering van 4 Octo
ber jl. opgemaakte lijst, aan uwe beoordeeling en beslis
sing worden opgedragen.
In het bestuur des genootschaps is geene verandering
gekomen bij de periodieke aftredingwelke volgens het
3". punt der gewijzigde statuten van Eebruarij 1862 jaar
lijks moet plaats hebben, zijn in December 1863 uit
een dubbeltalbestaande uit de heeren K. R. Pekelha-