22 ook slechts zijdelings eenig wetenschappelijk vraagpunt begre pen was ging voorbij zonder dat het er in gekend en gezocht werd. Wij herinneren hier aan het openbaar aandeeldat het nam aan de onthulling van het op 's Rollings kosten in de nieuwekerk te Middelburg overgebragte en herstelde praal graf van de Luitenant-admiralen Johan en Cornelis Evert- sen op den 18 Maart 18 L8 (26) bij welke gelegenheid door den secretaris van het Genootschap J. de Kanter Phz. eene redevoering werd uitgesproken. Het blijkt, dat die redevoering (26) gehouden is op verlan gen van het genootschap en dat directeuren den redenaar te dier zake met een boekgeschenk begiftigd hebben; (27) voorts dat na den afloop der onthulling de officieel genoodigden waaronder afstammelingen waren van de Evertsen, met di recteuren en leden zich begevén hebben naar het museum en aldaar door den voorzitter mr. N. G. Lahbrechtsen zijn toegesproken en daarna in dichtmaat begroet door het lid, den predikant A. van Deinse terwijl niet onvermeld mag blijven, dat destijds het genootschap in het bezit is gekomen van het beroemde oorspronkelijke portret van den admiraal de Ruiter, geschilderd door Boe in 1667 aangeboden na mens mr. C. Cromstrïen Evertsen, oud-raadslid van Mid delburg, wonende te 's Gravenhageals een blijk van er kentenis voor de hulde door het genootschap gebragt aan de nagedachtenis van zijne voorzaten Jan en Cornelis Evert sen. De verzamelingen trouwens van portretten en van boek werken erlangden in dien tijd door kostbare geschenken eene zeer aanzienlijke uitbreiding. Aan al den uiterlijken bloei echter, waarvan wij zoo even gewaagden knaagde de tand des verderfshoofdzakelijk ge legen in de organisatie van het genootschap. Yan af zijne oprigting was het nagenoeg geconcentreerd in de persoonlijk heid van zijnen voorzitter gesteund door een ijverigen secre taris en zoolang men voor de eerstgenoemde betrekking man nen koii vinden als mr. I. Winckelman mr. j\t. C. Lam- 23 brechtses jhr. B. de Jonge en mr. S. de Wind, of voor die van secretaris een J. W. te Water, een J. de Kan ter Phz., om van anderen niet te gewagen mannen wier namen in de geleerde wereld een wel verdienden weerklank vondenmoest het genootschap zijn uitwendig aanzien blij ven behouden, ook al kon ecCie inwendige kwijning niet voorkomen of bedwongen worden. In weerwil toch van de ijverige pogingen om de krachten van het genootschap te bezielen en op te wekkenmogt het niet gelukken om zijn langzamen teruggang te verhoedenook al ontbrak het niet aan voortgezette teekenen van levendie nu en dan door het genootschap gegeven werden. Hoewel de algemeene vergaderingen niet meer zooals eer tijds regelmatig jaarlijksmaar sedert 25 jaren ongeveer om de 3 jaren werden gehouden zoo was men voortgegaan met het uitschrijven en bekroonen van prijsvragen (28)het ge nootschap deed in 1842 een gedenksteen plaatsen in de koorkerk te Middelburg ter gedachtenis van Hadrianus Junius j het mogt in 1844 het protectoraat erlangen van Willem II, in 1849 dat van onzen tegenwoordigen Koning en met gelegenheidsbezoeken van die vorsten vereerd wor den; het onderhield en breidde zijne betrekkingen uit met andere genootschappen en maatschappijen (s0)het bleef een voldoend getal directeuren behouden en vulde regelmatig zijn ledenkader aanhunne opkomst bij de win ter-vergade ringen mogt van eene onverflaauwde belangstelling getuigen maar in die bedrijvigheid lag iets eentoonigsmen vergeve mij de uitdrukking iets machinaals ofschoon het, aan den anderen kant vergezeld ging van uitkomsten, die wij aan het wijs beleid van de zoo even genoemde mannen te danken hebben en die wij met ingenomenheid hoogelijk waarderen. Tot die uitkomsten brengen wij het wetenschappelijk doen rang schikken van zijne verzamelingen, het opwekken van ijverigen en weiwillenden om zich met het toezigt en de bewaring er van te belastende regelmaat in de administratie van het

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1869 | | pagina 16