32 Dat hulsel behage den zinnen Door schoonheid van verven en leest De hoogere kracht schuilt daar binnen, De wijsheid straalt af van den Geest. Die Zon schiet a/ioestrénde stralen Ons leven is licht van haar gunst. Die Geest overademt de dalen In 't rijk ook van Kennis en Kunst. Schoon bergen dat landschap verdeelen In menig afzonderlijk oord Alom zal dat luchtjen ons streelen Daar 't harten en zinnen bekoort. Dat windeke stoeit met de bloemen En speelt met het golvende gras Vaak hoort het een Zefir zich noemen, Als nooit er een lieflijker was. Dat koeltjen uit hemelsche streken "Wil blaren noch bloemen ten roof Het murmelt met bronnen en beken En lispelt in 't lauwerenloof. 't Is de adem uit hoogere sferen Die alles hier wekt en bezielt. Zo ien zich de Kunsten vereeren En wordt voor de Kennis geknield. Geen onderscheid tusschen die Schoonen, Dan enkel in stem en gewaad Hoe boeit onswat kransen haar kronen Eén grondtrek in aller gelaat! Zoo zijt gij hier samengetogen Wat wetenschap meest u bekoor' En stralen van blijdschap uwe oogen, De zaal van ons samenzijn door. Voor wijsheid en ware verlichting Op elk ons behagend gebied Verrees sinds een eeuw onze stichting En stijgt nu ons jubelend lied. 33 Verdween er een hcgiderdtal jaren, Wij zien onzen lo^p niet gestuit. Wij tellen geen moeite of bezwaren En snellen vereenigd vooruit. Genootschapgesticht door de Zeeuwen Tot eere van Kennis en Kunst Blijf bloeien, nog eeuwen op eeuwen, In schaduw der Godlijke gunst De voorzitter verzoekt den heer Sieele het door hem gesprokene ter beschikking van het genootschap te willen stellen, waartoe genoemde heer zich bereid verklaart. Door den secretaris wordt voorgelezen een brief van den heer mr. Jvan de Graet directeur des genootschaps waarbij deze ter gelegenheid van de viering van het eeuw feest van het genootschap, voor die plegtigheid bijeengeko men in de groote vergaderzaal der provinciale statenwelker wanden zijn versierd met de vermaarde n historische tapis— serienaan het genootschap opdraagt het door hem ge schreven werkgetiteldDe'tapijt.fabrieken der XVIe. en XV 11e. eeuwgevolgd door eene historische beschrijving der zeven ta pijtbehangsels in de groote vergaderzaal der provinciale staten van Zeelandversierd met zeven in koper gegraveerde afbeeldin gen van die behangsels. De vergadering die opdragt bij acclamatie aanval1 heb bende, wordt door den voorzitter aan den heer van de Graet de dank des genootschaps betuigd voor dit eigenaar dig huldeblijk. Als feestgeschenk is nog ingekomen van het lid den heer dr. P. Scheltema te Amsterdamhet door hem uitgegeven werk getiteld Aemstels oudheid of gedenkwaardigheden van Amsterdam f in vijf deelengr. 8°., en van het lid den heer dr. J. T. Bergman te Leiden, de door ds. H. W. T. Ty- deman te Roosendaal bezorgde Briefwisseling van mr. W. Bilderdyk met de hoogleeraren mr. M. en mr. H. W. Ty- 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1869 | | pagina 21