zitter mr. S. de Wind (overleden 19 Augustus 1859), zich uitstrekkende over de jaren 1801 tot 1861. Het derde tijdvak eindelijk heeft tot uitgangspunt eene den 18 December 1861 vastgestelde, reorganisatie van het genootschap en loopt over de tegenwoordige verhoudingen waaronder wij dien ten gevolge verkeeren. Het meldenswaardige in de beide' afgesloten tijdvakken voorkomende aan te wijzen de feiten die zich hebben voor gedaan op eene onpartijdige wijze te doen uitkomen, de licht en schaduwzijdedie het bestaan van het genootschap af wisselend op te merken gaf, getrouwelijk aan u voor te stellen; ziet daar mijne bedoeling, ziet daar het plan, naar hetwelk ik deze algemeene vergadering wensch in te leiden. I. Het genootschap te Ylissingen. Men zou zich eene geheel verkeerde voorstelling maken van de geboorte van het genootschap, wanneer men meende, dat eenige wetenschappelijke mannen de stoutmoedigheid hadden gehad om, op het voorbeeld van de twee alstoen reeds in ons land bestaande maatschappijen eene inrigting voor intellectuele cultuurnaar een gevestigd plan en met eene doordachte kansberekening voor de toekomstin het leven te roepen. Yer daar van daan is die geboorte verholen in eene reeks van toevallige beginselendie gaandeweg tot de ge dachte geleid hebbenterwijl de tijdsomstandigheden allezins geschikt waren om aan die gedachte levensvatbaarheid te geven en haar tot eene spoedige ontwikkeling en rijpheid te brengen. Eene vurige begeerte bij velen aan den eenen kant om kennis te erlangen van de geheimen der wetenschap, aan de andere zijde eene betrekkelijke welvaart, ziet daar twee ver mogende factoren en nog had zeker gezelschap voor de lec tuur van tijdschriften en wetenschappelijke werken in de Fransche taal geschreven, den 'dl Juli 1765 met 12 leden te Ylissingen tot stand gekomen, geen vier maanden bestaan of men besloot reeds den 30 October daaraanvolgende om een plan te laten onderzoeken tot oprigting van eene Maat schappij van konsten en wetenschappen. Dit plan werd den 29 Januari 1761 behandeld en aangenomen. Yolgens hetzelve zoude ieder lid op zijne beurt eene lezing houden over een onderwerp ter zijner keuze, en is het al niet noodig er verder bij stil te staan, dan toch schijnt het niet ongepast om melding te maken van eene daarin opge nomen bevreemdende bepaling, die wij bij onze wakkere voor ouders niet zouden verwacht hebben te zullen ontmoeten, dat de lezing niet boven het half uur mogt duren. Aanvankelijk intusschen werkte dit goed. De zaken van het Leesgezelschap werden op den vergaderingsdag des middags te vijf uren afgedaan om te zes uren die van de Maatschappij aan te vangen. Spoedig echter bleek het, dat het houden van de lezingen bezwarend werd en dat men op middelen moest bedacht zijn om uitbreiding te geven aan de Maatschappij en omdoor aanneming van wetenschappelijke mannen buiten Ylissingen, den regelmatigen gang van de werkzaamheden te verzekeren. Yan nu af ontwikkelden zich meer en meer de sluimerende kiemen. Den 21 Januari 1768 wrerd besloten tot eene naamsverandering in dien van het genootschap ter bevordering van nuttige kunsten en wetenschappen te Ylissingen en tot het aannemen van een zegelwaarop voorgesteld was eene rots in zee, op welke de zeven vrije kunsten allegorisch geplaatst waren en de spreuk was aangebragtNon sordent in midis en terwijl leden buiten Ylissingen, onder den titel van honoraire met eene beraadslagende stemin de broeder schap zouden worden opgenomen stelde men werkelijk reeds den 30 Maart 1768 Gijsbert de With, heel- en vroed- meester te Rotterdam en Josua van Iperen predikant te Yeereals zoodanig aan. Yan nu af ging schier geene vergadering voorbij zonder 6 Zie de aanteekeningengeplaatst achter het Verslag van den toestand eu de lotgevallen van het genootschap, uitgebragt door den secretaris.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1869 | | pagina 4