Maart. Dr. J. P. Berdenis van Berlekotn. Over het Ozon
gehalte der lucht en de waarnemingen te dien opzichte door hem
gedaan gedurende de jaren 1868 en 1869.
October. H. Boonen. Over de ontwikkeling der dienst van
Lave Jehovahbij de Israëlieten.
December. P. M. de Ligny. Over het bloedtoegelicht
door afbeeldingen.
1871. Pebruari. Mr. W. C. Borsius. Over de vrijheid
der Schelde in verband met het internationaal recht.
Maart. Jhr. mr. C. de Jonge. Over mr. J. II, Appelius
naar aanleiding van het door hem in 1801 anoniem uitge
geven geschrift: nDe staatsomwenteling van 1795 in haren
aardloop en gevolgen beschouwd
November. Dr. H. van Hall. Over de cuscuta of het
warkruid en de orobanche of bremraapmet overlegging van
eenige in Zeeland gewonnen exemplaren.
December. J. JL. Luti. Over Moliere s Misanthrope.
1872. Januari. J. P. W. Conrad. Over de vroegere en
tegenwoordige plannen tot droogmaking van de Zuiderzeetoe
gelicht door kaarten en teekeningen.
Pebruari. J. J. van Toorenenbergen. Over de hoofdge
beurtenissen van de omwenteling van het jaar 1572.
Maart. Dr. P. Seelheim. Over de bazalt en hare vorming
toegelicht door eenige proeven en opgehelderd met kaarten
teekeningen en photographiën.
October. Mr. E. J. Kiehl, Over Thorbeckds aandeel in
het voorstel der negen tot grondwetsherziening in 1844.
November. E. J. W. Koch Over Louis Bernard Bonjean,
ex-senateurvoorzitter van het hof van cassatieen zijne
laatste oogenblikken tijdens de commune te Parijs in de maand
Mei van het jaar 1871.
December. Dr. G. van Hennekeler. Over de onlangs door
den hoogleer aar Klinckerfüss gedane uitvinding om bij straat
verlichting al de gaslantaarns te gelijk ie ontstekenopge
helderd met proeven.
41
1873. Januari. Mr. A. J. van Deinse, Over het char
terboek van van Mieris als de beste bron voor de kennis en
geschiedenis van den staatkundigen en maatschappelijken toe
stand van Zeeland in de 13de en 14de eeuw.
Pebruari. J. P. Neyt. Over de afdamming van het Sloe
toegelicht met kaarten en teekeningen.
Maart. Dr. J. G. Vögler. Over het muntwezen bij de
Romeinen tijdens de republiek.
October. J. C. Altorffer. Over Jacob van Artevelde en
Abraham Lincoln(twee dichtstukken met prosa inleiding).
November. Mr. E. JKiehl. Over eenige bijzonderheden
uit het leven van mr. R. J. Thorbecke vóór den Belgischen
opstand en herinnering aan zijn aandeel in het ontwerpen en
tot stand brengen der grondwet.
December. Dr. J. C. de Man Over de dubbel-monstra
naar aanleiding eener verzameling van praeparaten te Mid
delburg voorhanden, waarvan enkele exemplaren ter bezich
tiging werden gesteld, voorts toegelicht met platen en boek
werken.
1874. Januari. Dr. J. C. de Man. Over de defect
monstraten vervolge der vorige lezing, wederom opgehel
derd met platen en praeparaten.
Pebruari. J. P. van Visvliet. Over de oudste geschiedenis
der abdij te Middelburg uit onuitgegeven stukkenden om
vang en de inrichting har er gebouwende uitgestrektheid har er
bezittingen 'op Walcheren enz.
Maart. Dr. P. Seelheim. Over de grondboringendie in
de calamiteuse polders van Zeeland in den laatsten tijd zijn
gedaan en over de resultatendie het onderzoek daarvan voor-
loopig heeft opgeleverd.
Behalve aan deze lezingen werd gewoonlijk een gedeelte
van den avond besteed aan het bespreken van de verschillende
aanwinsten, door koop en giften voor de verzamelingen van het
genootschap verkregen. Menig belangrijk rapport wem daarbij
door de conservators gedaan, terwijl soms de aandacht ook
40