nen van zeer ouden oorsprong, die tot nu toe nog niet zijn
beschreven. Door welwillende tusschenkomst van de heeren
dr. C. Leemansdirecteur van het rijksmuseum van oudhe
den en waarnemend directeur van het rijks ethnographisch
museum te Leidendr. J. de Goeje hoogleeraar voor de
Arabische taal aldaar en dr. E. Beimaconservator voor de
geologie bij het rijks museum van natuurlijke historiemede
aldaar, zijn wij in staat gesteld daarvan de volgende be
schrijving te geven
a. in agaat gesneden (middell. 3,4 en 2,6dikte 0,7 cen
timeter), uitmuntend fijn bewerkt, met Arabische opschriften.
In het midden de drie belijdenisformulieren uit hoofdstuk
XXI van den koran en daaromheen de tekst van hoofd
stuk CXIIvoorafgegaan door de gewone inleidingin den
naam van den allerbarmhartigsten Godafkomstig van Jacob
de Wilde te Amsterdambeschreven en uitgegeven door
Hadr. Relandus in zijne Bissertationes miscellaneaep. IIT
240—245
b. in agaat (middell. 3,5 dikte 0,4 centimeter) vooral
uitmuntend door zuivere en fijne bewerking met Arabische
opschriften. In het middenin groote karakters as-saffah
(bloedvergieter), toenaam van den eersten khalief der Aba si-
den Abu'l-Abbasdie zelf dien naam als een eernaam be
schouwde, De buitenste cirkel met opschrift bevat vers 256
van hoofdstuk II van den Korande tweede of binnen-
cirkel hoofdstuk CXII in zijn geheel
c. in groen plasma (middell. 1,5 en 1,2 centimeter), den
kelijk uit Egypte afkomstig en van de eerste eeuw onzer
jaartelling. De steenwaarschijnlijk vroeger in een ring be
vestigd en gediend hebbende tot zegelen heeft op de eene
zijde het hoofd van Serapis rechts gezien met het van de rech
ter- naar de linkerhand gerichte omschrift1apct7rig eïg le vg
Sarapisde eenige Zeus, d. i. Sarapisde eigenlijke, de
ware Zeus of eerstemachtigste God
d. in cornalijn gesneden (middell. 2,6 en 2,2 dikte 0,5
centimeter), op de voorzijde eene slang, die met haren staart
om een' boog en met het bovengedeelte van haar lichaam om
eenen koker met pijlen gekronkeldde pees met haren mond
spant en gereed is om een pijl af te schieten. Onderaan
in het veld, met van de rechter- naar de linkerhand gekeerde
letters YOAI'SEITNA (AvritpiXov) d. i. van Antiphilus de
naam vaD den eigenaar of van den graveur. Op de keerzijde
het vijfregelig opschrift
APAKQN
©EATENOT2
AAKIM02
TOSOTH2
A0HNA
d. i. Drakon (zoon) van Theagenesde sterke boogschut
ter (heeft) aan Athene (Minerva) (dezen steen gewijd)af
komstig uit de verzameling van Neufville te Leiden.
e. in obsidiaaneen zoogenaamde abraxas of Gnostische steen,
dienende als voorbehoedingsmiddel(middell. 4,7 en 3,5
dikte 0,4 centimeter). Op de voorzijde, in het midden de
Egyptische god Thotmet ibis-koprechts gezienmet zijn
zinnebeeldig kapsel, het teeken van leven (den zoogen aamden
Nijlsleutel of het kruis met handvat) in de linker-, den go-
denschepter in de rechterhandzijnde de Hermes Psychopom-
posde leider der zielen in de benedenwereld en voor de
rechtbank van Osiris. Rondom een in vier spiraalregels
ingesneden opschrift in Grieksch-guostische letterswaarin
slechts enkele Grieksche woorden te herkennen zijn maar
dat in zijn geheelals de meeste opschriften op dergelijke
steen en, geen verstaanbaren zin oplevert; op de keerzijde,
in drie regels een opschriftmet een paar uitzonderingen
geheel uit de zeven klinkers van het Grieksche alpha
bet samengesteldaan welke klinkervereenigingen door
enkele gnostische secten eene groote kracht werd toege
schreven.
f. een eirond schijfje van groen gebakken pate (middell.
62
63