64
2,4 en 2, dikte 0,8 centim.) niet een vrouwenmaske van
Bacchischen aard waarschijnlijk van eenig hals- of ander
sieraad afkomstig.
Ten behoeve van het rijksmuseum van oudheden te Leiden
is van dit laatste een fac-simile in gips gemaakt en zijn van
de overige voorwerpen afdruksels in lak genomen.
Opgezette vogels.
De collectie inlandsche vogels, waarvoor door het vertrek
van den heer dr. L. J. de Marree in 1869 geruimen tijd
geen speciale conservator is geweestdoch met welker toezicht
de heer E. Ermerins zich thans heeft belastverkeert wederom
in een goeden staat. Toen het ten vorigen jare was gebleken
dat verschillende vogels door den tijd zoodanig waren verteerd
dat het uit vrees voor verderen achteruitgang niet raadzaam
was ze bij de verzameling geplaatst te latenis het dienstig
geoordeeld daarover den heer Ter Meer, eersten conservator
van het museum te Leiden, te raadplegen. Deze heeft zich
toen een drietal dagen in het kabinet opgehouden, alles na
gezien en den maatregel goedgekeurddat alle beschadigde
vogels niet meer in de gewone verzameling waren opgenomen,
daar ze licht het bederf aan de anderen hadden kunnen over
brengen. Ten einde de daardoor ontstane gaping aan te vul
len heeft die heer daarvoor de volgende exemplaren in de
plaats gezonden
Ook is de collectie nog vermeerderd met een wilden zwaan
65
cygnus musicusgeschenk van den heer D. Dronkerseen
kwartel, perdrix coturnix, geschenk van de heer P. de Bruijne;
een gors, emberiza, en een pauw, beide laatste aangekocht.
Het geheele kabinet bestaat uit drie honderd dertig vogels
die ook allen van nieuwe etiquetten zijn voorzien.
Verzameling van voorwerpen van zoölogischen aard, alsmede
van anthropologische en pathologische voorwerpen.
Omtrent de uitbreiding, welke deze verzameling in de laatste
vijf jaren heeft bekomenverwijzen wij naar het door den
conservator dr. J. C. de Man opgemaakte, hierachter gevoegde
vervolg der naamlijst van bedoelde voorwerpendie gedeel
telijk door de zorg van genoemden conservator zijn aange
schaftgedeeltelijk door geschenken zijn verkregen. Onder
hen, die op deze wijze de zoo uitgebreide, maar niet licht te
completeeren collectie hebben verrijktvermelden wij de heeren
G. J. W. Berghuijs, jhr. P. Damas van Citters, J. K. Erede-
riks, J. H. Gerlach, C. D. Tielenius Kruijthoff, dr. L. J.
de Marree, J. P. van Schoor, J. J. I. Spreng erjhr. mr.
D. G. van Teijlingen, mevrouw de weduwe Luteijn geboren
Risseeuw, allen te Middelburg en den heer Messer te West-
kappel. Yan vele dier voorwerpen werden nu en dan door
den conservator in de gewone vergadering nog enkele bijzon
derheden medegedeeld, zooals in die van 2 November 1870
toen ook door hem besproken is de in het jaar 1849 aan
het genootschap geschonken, op bladz. 19 van den catalogus
dezer verzameling vermelde en thans beter geconditioneerde
onvoldragen cetacée. Daarbij werd aangetoond, dat het oor
spronkelijke moederdierden 4 December 1783 te Domburg
gestrand, en waarvan eene bekende afbeelding is bewaard ge
bleven, geen potvisch, maar een orca is geweest en dat het
voorhanden exemplaar bijna zeker een jonge orca isdoch
dat de oorspronkelijke grootte van het moederdier acht
duizend oude ponden in strijd is met hetgeen de weten
schap thans omtrent de orca's leert.
5
een eendanas boschas.
twee goudhaantjes, m. en vrregulus cristatus.
een kemphaantjefringa pugnax.
een waterhoengallinula chloropus.
een koolmeesparas major.
een pimpelparas coeruleus.
een paapjesaxicola rubetra.
een gele kwikstaartmotacilla flava.
een zwartkopsylvia atricapilla.