74
weten in deel 1 de stukken een tot en met drie, in deel II
de overige vier stukken.
Als eerste stuk van het derde deel sluit zich nu hieraan
aan de verhandeling van den heer P. J. Neyt over de
afdamming van het Sloemet twee chromolithographische af
beeldingenwelk stuk in 1873 werd uitgegeven.
In dit jaar verscheen het eerste deel der voornaamste
inedita van den vermaarden Zeeuwschen staatsman den raadpen
sionaris van de Spiegelvoor de pers bezorgd door den hoog
leeraar Yreede te Utrecht en uitgegeven onder den titel van
mr. Laurens van de Spiegel en zijne tijdgenooten (17371800);
het tweede deel ligt mede ter perse.
Door de heeren mr. M. E. Lantsheer, J. P. van Yisvliet
en mr. J. H. de Stoppelaaruitmakende de daartoe be
noemde commissie, is ook een begin gemaakt met het druk
ken van het bekendevoor Zeeland zoo belangrijke manu
script van Jacob van Grijpskerke, getiteld: het graafschap
Zeeland.
Subsidie yan de provincie.
De meer dan gewone kostendoor het drukken en uitgeven
van al die werken veroorzaakt, zouden allicht de financiëele
krachten van het genootschap te boven zijn gegaan, als het
zich niet op nieuw gesteund had gezien door het subsidie van
vier honderd guldendat bij besluit der provinciale staten
van 3 Juli 1873, n°. 15, andermaal voor den tijd van
tien achtereenvolgende jaren is verleend geworden.
Geschiedenis van het genootschap, commissiën enz.
Enkele punten, behalve het reeds vroeger medegedeelde,
tot de geschiedenis van het genootschap behoorendeverdienen
nog eene afzonderlijke vermelding. Yooreerst de tentoonstel
ling van Zeeuwsche oud- en merkwaardighedenin de provincie
Zeeland of elders voorhanden, van 31 Juli tot 10 Septem
ber 1870 op de bovenzaal van het stadhuis te Middelburg
75
gehouden. Door een samenloop van omstandigheden werd zij
door geen schitterenden uitslagalthans van financiëele zijde
bekroond.
Yerder het XIIe Nederlandsch taal- en letterkundig con
gres van het jaar 1872, waarop het genootschap zich even
als op dat, hetwelk het volgende jaar te Antwerpen is ge
houden, heeft doen vertegenwoordigen. Tijdens het Middel-
burgsch congres werd door de leden van den Antwerpschen
geuzenbond het denkbeeld verwezenlijkt, dat reeds jaren te
voren van het genootschap was uitgegaan, namelijk de op
richting van een monument voor den edelen Marnix van
Sint Aldegonde te Souburg. Dientengevolge werd de com
missie, welke indertijd met dat doel door het genootschap
was benoemd, in de vergadering van 2 October 1872 ont
bonden verklaard.
De commissie voor het doen van meteorologische waarne
mingen op den oceaan hield onlangs ook op te bestaan door
het overlijden van het laatst overgebleven lid, jhr. W. H.
de Jonge van Campens Nieuwland, zonder dat het bestuur
het wenschelijk heeft geachtdie commissie op nieuw te
constitueeren.
Eene andere commissie, thans bestaande uit de heeren
dr. A. A. Eokker, voorzitter, mr. X, C. Lambrechtsen van
Bitihem en P. M. de Ligny, penningmeester, welke het
bestuur uitmaakt van het reeds in de vorige eeuw door het ge
nootschap opgerichte departement Middelburg van het instituut
voor doofstommen te Groningen, zag voortdurend hare be
moeiingen met den besten uitslag bekroond en kon telken
jare een steeds toenemend bedrag aan giften en contributiën
aan genoemde instelling overmaken.
In den aanvang van dit jaar werd, in navolging van de
thans ontbonden commissie uit de koninklijke akademie der
wetenschappen te Amsterdam, eene commissie benoemd tot
het opsporenhet behoud en het bekend maken van de
overblijfsels van kunst en oudheid in Zeeland. Zij werd