hebben plaats gehadbedraagt het aantal der leden thans 280van wie er 35 te Middelburg zijn gevestigd. Bestuur. In de wijze van samenstelling van het uitvoerend bestuur heeft de nieuwe wet van 1 Juni 1874, den 1 October daaraanvolgende ingevoerdeene niet onbelangrijke wijzi ging gebracht. Bij de tot dusver van kracht zijnde voorschriften was aangenomen een beurtelings afwisselend voorzitterschap met een aftredingstelsel van terstond weder herkiesbare leden. Die toestand bleek evenwel op den duur niet bevredigend. Het jaarlijks wisselend voorzitterschap was niet geschiktom aan den gang der werkzaamheden die vaste leiding te ge ven welke deze naar veler meening behoefde. De geregelde herkiezingen van de aftredende bestuurs leden waartoe de reglementen zoo gereedelijk aanleiding gavendrukten er naar het gevoelen van sommigen te zeer den stempel op van een gesloten kring. In menig opzicht kon het nuttig zijn, indien er nu en dan nieuwe elemen ten in werden opgenomen. Bij de nieuwe wet is dientengevolge het uitvoerend bestuur opgedragen aan een personeelwaarvan twee derden bij aftreding niet dan na verloop van een jaar weder ver kiesbaar zijn. De voorzitter zal gedurende een tijdvak van vijf achtereenvolgende jaren in functie blijven. De secretaris en thesaurier zijnnahunne aftreding evenwel onmiddelijk herkiesbaar. Nauwelijks had die constitutionele wijziging haar beslag gekregen en waren de maatregelen genomen om haar ten uitvoer te brengen of er deden zich zwarigheden voor van bijzonderen, geheel onverwachten aard. De heer mr. M. F. Lantsheeronder wiens leiding de hervormde regeling tot stand kwamen die voor het vijf jarig voorzitterschap de aangewezen persoon wasvertrok naar 's-Gravenhagewegens zijne benoeming tot lid van den Hoogen Baad der Nederlanden. Mr. J. H. de Stoppelaar sedert 1863 secretaris van het genootschap en als zoodanig herbenoemd, verliet ons in de eerste dagen van 1875 om zitting, te nemen in de internationale rechtbank te Caïro. Beide waren voor het genootschap zeer groote verliezen, te meer met het oog op de voorgenomen hervorming. Uit eene door eene commissie van vijf directeuren en leden opgemaakte lijst van aanbeveling werden den 2 De cember 1874 behalve genoemde secretaris, gekozen als voor zitter de heer dr. A. A. Fokkerals bestuursleden de hee- ren K. B. PekelharingF. Nagtglas en dr. J. O. de Man en als thesaurier de heer mr. D. A. Berdenis van Berlekom. Na het vertrek van den heer mr. J. H. de Stoppelaar werd de betrekking van secretaris opgedragen aan den ver slaggever, mr. G. N. de Stoppelaar. Gedurende het vijfjarig tijdvak zijn achtereenvolgenster vervulling der wegens periodieke aftreding opengevallen plaatsen behalve de hiervoren genoemden ook als bestuurs leden opgetreden de heeren jhr. mr. G. L. Schorerjhr. mr. D. G. van Teijlingen en J. J. L. Luti. De heer dr. A. A. Fokker, die als voorzitter met April 1879 had moeten aftreden, was intusschen den 24 December overleden. Het genootschap verloor in hem iemanddie in verschillende betrekkingen en vooral als voorzittermet on verflauwde toewijding steeds de belangen van het genoot schap heeft bevorderd. Het zal voldoende zijn te verwijzen naar het door den heer dr. J. O. de Man bewerkte //In Memoriam," opgenomen in het vijfde deel van het Archief van het genootschap." Nadat het bestuurslid J. J. L. Luti zich zoowel gedu rende de ziekte van den heer dr. Fokkerals na zijn overlijdentot de algemeene vergadering in April jl., met 42 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1879 | | pagina 25