In de finantiëele verhouding tusschen het genootschap en het reeds in de vorige eeuw door zijne bemiddeling alhier opgericht departement van het instituut voor doofstommen te Groningenwerd eene wijziging gebracht. Die commissie is thans aan het genootschap niet meer rekenpligtig en alzoo meer op haar zelve staande. Ter vervanging van wijlen den heer dr. A. A. Pokker werd tot haar lid en voorzit ter benoemd de heer dr. S. Dobbelaer de Wind. Tot de niet het minst belangrijke commissiën van het ge nootschap behoort zonder twijfel die, uit zijn midden be noemd tot het opsporenhet behoud en het bekend maken der overblijfsels van kunst en oudheid in Zeelandwelke commissiebij circulaire van den commissaris des konings indertijd in de medewerking der gemeentebesturen in die provincie was aanbevolen. Zij bleef voortdurend het oog houden op de in Zeeland aanwezige merkwaardige oudheden. Daarwaar deze bleken in vervallen of verwaarloosden toestand te verkeerenspoorde zij de belanghebbenden tot restauratie en beter onderhoud aan, of nam zij dikwerf zelve deze moeielijketaak op zich. De restauratieplannen der Middelburgsche abdij werden door de heeren jhr. mr. Y. de Stuers en P. J. H. Guijpers her haaldelijk met een harer leden besprokenwaartoe de teeke- ningen uit de //Zelandia illustrata" in menig opzicht een belangrijke leiddraad waren. Met veel zelfvoldoening mag de commissie terugzien op hetgeen door haar is verrigt in 't belang van eene restauratie der grafmonumenten van het geslacht van Tuijllin de ker ken te Kapelle in Zuid-Beveland en te Serooskerke in Walcheren, waartoe zij geldelijk was in staat gesteld door de belangstelling en vrijgevigheid van nu wijlen den heer mr. W. B>. baron van Tuijll van Serooskerke en Zuijlen, op het kasteel te Zuijlen bij Utrecht. Dit betreft in eerst- gemelde kerk de graftombe van Philibert van Tuijll van Serooskerke, vrijheer van Tienhoven, heer van Maalstede, Kapelle, Biezelingen enz., gecommitteerde raad van Zeeland overleden 1639, en van zijne echtgenoot, jonkvrouwe Anna van Heer Jansdam, overleden 1643. Op het ongeveer 2 meter hooge, fraai bewerkte voetstuk der tombe ligt eene zware dekzerk, waarop in relief, tusschen de familiewapens en zestien kwartierschildende levensgroote beelden van den ridder in zijne wapenrustingen van zijne echtgenoote in een deftig lang gewaad. Jaren van verval en verwaarloozing hadden voltooid wat de grafschenders van 1798 waren begonnen, en het schoone gedenkteeken zou, na niet langen tijd, geheel ten onder zijn gegaan, evenals het gedenkbord van Pieter van Tuijll Philibertsz., overleden 1658, dat, op een klein fragment na, vernietigd was geworden. In de kerk te Serooskerke op Walcheren gold het eene kolossale in den muur gemetselde zerk waaropin verheven beeldwerkworden voorgesteld Philibert van Tuijll van Se rooskerke enz., overleden 1661en zijne echtgenoot Yin- centia-Magdalena van Swieten overleden 1629. De levens groote beeldenhet lofwerk en zestien kwartierschilden waren zeer beschadigd en verwaarloosd. Beide vervallen gedenkteeken en zijn thans met veel talent op eene zeer voldoende wijze hersteld door een jong, meest te Antwerpen gevormd, doch te Middelburg gevestigd, veel belovend beeldhouwerden heer G. J. den Hollandernaar de teekeningen welke de heer mr. J. Yerheije van Citters in de vorige eeuw voor de //Zelandia illustrata" vervaardi gen liet. De uitnemend fraaie door Rombout Yerhulst gebeitelde tombe van Hieronimus van Tuijll (overleden 1669) in de kerk te Stavenisse, is thans met de grafkapel onderhanden en zal nog dit jaar in den eersten luister prijken. Door tusschenkomst en op kosten der commissie werd in 1875 een naamsteen gemetseld in den gevel van het huis, waar Joh. Lipperheij te Middelburg heeft gewoond. 72 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1879 | | pagina 41