74 Zij slaagde er verder in om den éigenaar van den laatsten houten gevel voor een huis in den langedelft alhier te bewegen, dien, met toestemming van het gemeentebestuur, in stand te doen blijven en daartoe belangrijk te herstellen. Afdeelingen. De afdeelingen, waarin de alhier gevestigde directeuren en leden zich gedurende de wintermaandentot het houden van wetenschappelijke besprekingenvereenigenbleven aan het doel van hare instelling beantwoorden. De natuurkundige afdeeling telt, uit den aard der zaak, slechts weinige leden, en is daardoor niet in het bezit van eenen zóó uitgebreiden voorraad van behandelde onderwer pen, als waarover die voor historische wetenschappen zich van den aanvang harer oprichting heeft mogen verheugen. Aan de verslagenachtereenvolgens in de algemeene ver gaderingen door den secretaris van iedere afdeeling uitge bracht worden de volgende bijzonderheden ontleend. De Afdeeling voor historische wetenschappendaar onder begrepen geschiedenisoudheidkundeletterenregten en staatswetenschappentelde jaarlijks gemiddeld 40. leden. Het bestuur is thans samengesteld uit de heerenE. ISTagt- glas voorzittermr. E. Eokker onder-voorzitter en J. J. L. Luti, secretaris. Gedurende het laatste vijftal jaren werd het voorzitterschap ook waargenomen door den heer mr. G. A. Eokkerdie op het einde van 1874 verzocht had daarvoor niet meer in aanmerking' te komen en vervangen werd door den heer mr. P. Romeijn, welke laatste in 1878 deze gemeente heeft verlaten. De heer K. R. Pekelharing heeft zich tot het wintersaisoen 1878/79 belast met het onder-voorzitterschap en daarvoor alstoen bedankt. Bij het bestuur der afdeeling maakt het een punt van overweging uit, in hoeverre eenige in de afdeelings-verga- deringen gedane mededeelingengelijk reeds vroeger is 75 geschied met bijdragen van de heeren mr. G. A. Eokker, dr. J. C. de Man en mr. E. Eokker, na eenige om werking zouden kunnen worden opgenomen in het archief van het genootschapof weldat daarin voor het jaarlijks nopens de werkzaamheden dier afdeeling door den secretaris uitgebracht uitvoerig verslag, eene plaatsruimte beschikbaar gesteld worde. In afwachting van het deswege te nemen besluitmeenen wij hier niet onvermeld te mogen laten de punten of on derwerpen diebehalve de ter beschikking van de afdeeling gestelde boekwerken, door haar zijn behandeld. Evenals betrekkelijk de maandelijksche bijeenkomsten (bl. 45 hier- voren) volgt daarvan eene opgaaf. 1874/75. Mr. P. Romeijn. Over de Eransche commune; bijzonder haar ontstaan in de middeleeuwen. E. Nagtglas. Mededeelingen betreffende Zeeuwsche ge schiedenis en oudhedeno. a. de twisten te Middelburgin het midden der 17de eeuw, en de gebeurtenissen aldaar in het jaar 1793. P. H. van Moerkerken. Eenige opmerkingen over de lyrische poëzie van ons volk in de middeleeuwen. J. C. Altorffer. Iets over de journalistiek in Zeeland waarbij hij o. a. besprak het in zijn bezit zijnde zeldzaam exemplaar van: Cours de negoce a Middelbourgh le 19 Dé- cembre l'an 1636. De Goesche courant (1795). De vriend des volks (1796). Het historisch dagblad van Zee land. De onpartijdige Zeeuwsche nieuwsverteller (1798). Mr. P. Romeijn. Waardoor is het te verklaren, dat onze voorvaderen in de 17de en 18de eeuw geduldig de oligarchi sche uitsluiting verdragen hebben Dr. J. G. Yoegler. Het opschrift van den in de verza melingen van het genootschap aanwezigenaan Hercules Magusanus gewijden gedenksteen. 1875/76. Mr. P. Romeijn. De strijd met den Paus toe gelicht uit de geschiedenis.

Tijdschriftenbank Zeeland

Jaarverslagen en naamlijsten KZGW 1817-1906, 2018 - heden | 1879 | | pagina 42